2A LA nakijken opdracht 83 en herhaling verleden tijden

Herhaling verleden tijden en nakijken opdracht 83
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling verleden tijden en nakijken opdracht 83

Slide 1 - Diapositive

Welke tijd is de plusquam perfectum?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 2 - Quiz

Noem de Latijnse namen van de 3 verleden tijden:

Slide 3 - Question ouverte

Welke tijd heeft als uitgangen i, isti, it, imus, istis, erunt?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de kenletters van het imperfecum?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is perfectum 1e ev. van posse?
A
posui
B
potui
C
fui
D
posi

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Nakijken opdracht 83
Hulpboek blz. 73
Zoek op in je schrift

Slide 8 - Diapositive

opgave 1 - dederunt
van: dare (pf: dedi) - geven
zij hebben gegeven

Slide 9 - Diapositive

opgave 2 - duxit
van ducere (pf: duxi) - leiden
hij/zij/het heeft geleid

Slide 10 - Diapositive

opgave 3 - incepit
van: incipere (pf: incepi) - beginnen
hij/zij/het is begonnen

Slide 11 - Diapositive

opgave 4 - vixi
van: vivere (pf: vixi) - leven
ik heb geleefd

Slide 12 - Diapositive

opgave 5 - ostendisti
van: ostendere (pf: ostendi) - tonen, laten zien
jij hebt getoond

Slide 13 - Diapositive

opgave 6 - cucurrerunt
van: currere (pf: cucurri) - rennen
zij hebben gerend

Slide 14 - Diapositive

opgave 7 - risisti
van: ridére (pf: risi) - lachen
jij hebt gelachen

Slide 15 - Diapositive

opgave 8 - potuisti
van: posse (pf: potui) - kunnen
jij hebt gekund

Slide 16 - Diapositive

opgave 9 - sustulit
van: tollere (pf: sustuli) - optillen
hij/zij/het heeft opgetild

Slide 17 - Diapositive

opgave 10 - constitit
van: consistere (pf: constiti) - blijven staan
hij/zij/het is blijven staan

Slide 18 - Diapositive