Verdubbelen halveren klas 3 Kwadrant

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Rekenen 

Doelen:
1. Vermenigvuldigen en handig rekenen: halveren en verdubbelen
2. Je maakt kennis met breuken

Verdubbelen en halveren

Bij keersommen mag je het ene getal verdubbelen en de andere halveren of andersom. Kijk goed welk getal je het beste kunt halveren en welke je moet verdubbelen. Wanneer wordt de som makkelijker?

5 x 16= 10 x 8

6 x 45= 3 x 90= 

15 x 12 = 30 x 6

Welke moet je verdubbelen en welke halveren, zodat de som makkelijke wordt?

5 x 48 =

1. 10 x 24
2. 2,5 x 96

Welke moet je verdubbelen en welke halveren, zodat de som makkelijke wordt?

15 x 14

1. 7,5 x 28=
2. 30 x 7=

Welke moet je verdubbelen en welke halveren, zodat de som makkelijke wordt?

8 x 35 =

1. 4 x 70
2. 16 x 17,5

Maak de sommen met halveren en verdubbelen:
Som + antwoord

Je gaat nu kennis maken met breuken

Is dit een kwart?

1. Waar
2. Niet waar

In de cola fles ging anderhalve liter
(1 liter en nog een halve)
Hoeveel halve liters zijn dat?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat betekent één vierde liter?

1. een kwart van een liter
2. de helft van een liter

Hoeveel één vierde (kwart) liters gaan er in 1 liter?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

één tweede deel = een helft

1. waar
2. niet waar

1 vierde deel = een kwart

1. waar
2. niet waar

Teken deze 6 stokbroden over op papier. Verdeel ze eerlijk in 3, 4, 8, 6, 5 en 12 stukken

Teken deze precies over op papier. Verdeel eerlijk in gelijke stukken. Op de volgende pagina plaats je een foto hiervan. 

Plaats hier je foto van de taarten.

Teken deze taarten over. Verdeel ze steeds in eerlijke stukken. Op de volgende pagina plaats je een foto. 

Plaats hier je foto van de taarten.

Goed gewerkt!

Je hebt vandaag kennis gemaakt met breuken. 

Op de volgende pagina kun je nog verder oefenen met tekenen: teken de cake of taart over en verdeel in stukken, op de volgende pagina kun je daarna telkens zelf nakijken.