Breuken 1.1 - blok 25 - les 2

• Praktisch rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Rekenen 

Breuken 1.1

les 2

Hartelijk hallo

Verwachtingen

• Telefoon in de klas/bak
• Jas in de gang
• Je doet goed/actief mee 
• Luister naar elkaar
• Wacht op je beurt

Doel van deze les

Ik weet:

- wat de helft, een kwart, een achtste, een derde is in breukentaal

Ik kan:

- de teller en noemer benoemen

Wat is een breuk?

Breuken kom je in het dagelijks leven overal tegen.

Een breuk geeft aan hoe groot een deel van een geheel is.

 

Het geheel is hetzelfde als het totaal of alles.

Een hele / het geheel

Dit betekent gewoon 1, of één compleet iets zoals taart, pizza

Dit is hetzelfde als:

Breuk:              1/1

Kommagetal:      1,00 

(denk aan €1,00)

De helft / een halve

Als ik de pizza in twee stukken deel, noem je dat halveren. 

Elk stuk is dan de helft.

Dit is hetzelfde als:

Breuk:                   1/2 

(1 stuk van in totaal 2 stukken)

Kommagetal:                     0,50

 (denk aan €0,50)

Werkblad: Even oefenen met delen

Een vierde - Een kwart

Een vierde is als ik de taart in 4 stukken snijd. Eén vierde is ook één kwart.

Dit is hetzelfde als:

Breuk:                 1/4 

(1 van de 4 stukken)

Kommagetal:           0,25 

(denk aan €0,25)

Eén achtste

Eén achtste is als ik de taart in 8 stukken snijd. 

Eén achtste is de helft van één vierde

Dit is hetzelfde als:

Breuk:                 1/8

(1 van de 8 stukken)

Kommagetal:           0,125

Doen

Vandaag gaan we zelf breuken maken. Je leert in hoeveel stukken je de cirkel precies moet verdelen met:

• 2
• 4
• 8
• 3
• 6

oefenen

Maak opdrachten blz. 138 t/m 140 

klaar? --> 

Je kunt de opdrachten ook samen maken als je merkt dat leerlingen er moeite mee hebben . 

create.kahoot.it

Kahootje ter afsluiting