Taal blok 6 herhaling persoonsvorm

Herhaling  persoonsvorm
De persoonsvorm is altijd één werkwoord.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Herhaling  persoonsvorm
De persoonsvorm is altijd één werkwoord.

Slide 1 - Diapositive


Hoe vind ik dan een persoonsvorm in een zin ?
. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

De vorm van het werkwoord hangt dus af van het onderwerp.
ik fiets -  jij fietst - wij fietsen

ik, jij en wij zijn hier het onderwerp : wie fietsen ?

fiets, fietst en fietsen is hier de persoonsvorm
Je ziet dat de persoonsvorm verandert als het onderwerp verandert.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien


Wie heeft er gelijk?
A
Indra en Sem
B
Sem
C
Indra
D
Geen van beide

Slide 6 - Quiz

Typ hier minstens 6 verschillende werkwoorden. Bijvoorbeeld lopen en gaan. Deze mag je niet meer gebruiken.

Slide 7 - Carte mentale

Juf Astrid en juf Petra .... naar buiten?
A
rent
B
rennen
C
springt
D
spring

Slide 8 - Quiz

In welk zin is hier de persoonsvorm niet goed?
A
Vind jij de persoonsvorm moeilijk?
B
Vind juf Petra en juf Astrid de persoonsvorm moeilijk?
C
Vind ik de persoonsvorm moeilijk?
D
Vindt meester Ronald de persoonsvorm moeilijk?

Slide 9 - Quiz

Meester Ronald stel een vraag.
Is deze bovenstaande zin goed? Zo nee typ de zin in zijn geheel hier onder goed.

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf de juiste persoonsvorm in deze zin op:

hebben Jamal ............een nieuwe skelter.

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf de juiste persoonsvorm in deze zin op:

zwemmen Bram...........wel eens in de sloot.

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf de juiste persoonsvorm in deze zin op:

gaan Jij............vanmiddag buiten spelen

Slide 13 - Question ouverte

Hoe vond je het?
A
ik vind de taak nog moeilijk
B
ik vind de taak nog een beetje moeilijk
C
ik snap de taak bijna
D
ik snap de taak

Slide 14 - Quiz

Maak nu het werkblad over de persoonsvorm.
Deze heb je gekregen in de bijlage van je mail.

Slide 15 - Diapositive