Formatieve toets paragraaf 3.2


A
1 / 18
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


A

Slide 1 - Quiz

Noem een reden waarom Soekarno samenwerkte met Japan.

Slide 2 - Question ouverte

Zet de volgende groepen op de juiste plek in de sociale ladder. Wie was het belangrijkst
Hoogste
Midden
Laagste
Indo's
Indonesiers
Nederlanders

Slide 3 - Question de remorquage

Noem een gevolg van de Japanse bezetting voor de Nederlanders in Indonesië

Slide 4 - Question ouverte

➤Zet de items in juiste volgorde
Japan geeft zich over
Soevereiniteitsoverdracht
Nederlands-Indië wordt bezet door Japan
Oprichting van de PNI
Nederland voert Politionele acties uit
Soekarno roept Republiek Indonesie uit

Slide 5 - Question de remorquage

Soekarna en Hatta roepen de onafhankelijk uit!
de VS dreigt met het stoppen van de Marshallhulp
De soevereiniteit wordt overgedragen aan de Indonesiërs
Nederland valt de Republiek Indonesië aan
de politionele acties krijgen internationaal veel kritiek

Slide 6 - Question de remorquage

Samen werken met de vijand noemen we ook wel:
A
collaboratie
B
dekolonisatie
C
verzet
D
collageen

Slide 7 - Quiz

De naam politionele acties verwijst naar...
A
De politiek. De politici van Nederland hebben tot deze acties besloten
B
De politiek. De acties zijn een vervolg op ethische de politiek
C
De politie. Nederland stuurde geen legereenheden maar manschappen van de Rijkspolitie
D
De politie. Hiermee wilde de Nederlandse overheid aangeven dat het geen militaire inval was, maar een herstel van recht en orde

Slide 8 - Quiz

Leg uit hoe Soekarno en Hatta de onafhankelijkheid konden uitroepen in 1945. Waarom werden ze niet gestopt door Japan of Nederland?

Slide 9 - Question ouverte

Wat betekent "dekolonisatie"?
A
Koloniën worden onafhankelijk
B
Europese landen breiden hun imperium uit
C
Koloniën worden gedwongen om afhankelijk te blijven
D
Europese landen werken samen met de koloniën

Slide 10 - Quiz

Waarom wilde Nederland niet dekoloniseren?
A
NL had anders geen aanzien
B
NL wilde inkomsten uit de kolonie houden
C
NL wilde de Indische bevolking helpen om rijk te worden
D
NL wilde meer leren van de Indische boeren

Slide 11 - Quiz

Twee uitspraken:
1. De politionele acties vonden plaats enkele jaren voordat de Tweede Wereldoorlog startte.

2. De politionele acties zijn uitgevoerd om dekolonisatie van Indonesië te versnellen.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 12 - Quiz

Waarvoor staan de personen en de zandloper symbool?
A
Man - Nederland, Vrouw - Indonesië, Zandloper-de tijd
B
Man - Indonesië, Vrouw - Nederland, Zandloper-de tijd
C
Man - Leger, Vrouw - Soekarno, Zandloper-dekolonisatie
D
Man - blanken, Vrouw - nationalisten, Zandloper-kolonisatie

Slide 13 - Quiz

Wat zijn politionele acties?
A
Acties van Nederland om te voorkomen dat Indonesië onafhankelijk werd.
B
Acties van Japan een nieuwe poging te doen om Nederlands-Indië in te nemen.
C
Acties van Nederlands-Indië om ervoor te zorgen dat zij onafhankelijk werden.
D
Acties van Duitsland om Japan te gaan helpen in de oorlog.

Slide 14 - Quiz

Wat lijkt het meest op de omschrijving van een guerillaoorlog?
A
Grootschalige oorlog met zware wapens
B
Grootschalige oorlog met vliegtuigen
C
Kleinschalige oorlog met uniformen
D
Kleinschalige oorlog zonder uniformen

Slide 15 - Quiz

Hoe is Indonesië onafhankelijk geworden?
A
In 1949 gaf NL de macht over omdat de VS dreigden Marshallhulp te stoppen
B
In 1949 hadden de VN gevraagd aan NL om te dekoloniseren
C
In 1945 was Japan verslagen en kon Soekarno president worden
D
In 1945 werden alle koloniën onafhankelijk omdat de VN dit had gezegd

Slide 16 - Quiz

Zet in de juiste volgorde van tijd
Soevereiniteitsoverdracht
VOC wordt opgericht
Cultuurstelsel
Ethische politiek
Politionele acties
Multatuli

Slide 17 - Question de remorquage

Hoe heet de partij opgericht door Soekarno en Hatta?
A
PKI
B
PNI
C
KNIL
D
IM

Slide 18 - Quiz