V3LLlezen56

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Lesdoelen

Leesvaardigheid

Wat is het tekstdoel?

1. Instrueren
2. Informeren
3. Overtuigen
4. Overhalen

Tekstdoel?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Ontspannen
4. Activeren

Niet waar

Waar

De hoofdgedachte geeft antwoord op de hoofdvraag.

Hoofdgedachte en tekstonderwerp hebben altijd met elkaar te maken.

De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.

In een hoofdgedachte staan soms bijzaken.

Publiek nieuwsgierig maken

Introduceer je onderwerp

Stel jezelf voor

Vertel de opbouw van je presentatie

Geef aan wanneer je publiek vragen kan stellen.

Deelonderwerpen komen aan bod

Gebruik van de signaalwoorden: eerst, vervolgens, bovendien, ook. 

Samenvatting of conclusie

Geef een tip of geef een opvallende uitspraak

Zijn er nog vragen?

Bedank het publiek

Welke twee functies van tekstgedeelten zijn altijd opgenomen in een betoog?

1. bewering en argumenten
2. argumenten en conclusie
3. Probleem en oplossingen
4. Argumenten en ontkrachting

Welk signaalwoord voor uitspraak-reden vind je terug in de tekst?

Dat blijkt uit onderzoek van Europese en Amerikaanse wetenschappers dat is gepubliceerd in het vakblad Science Advances. Je gelooft je ogen niet, letterlijk, want de schrijvers hebben bij hun publicatie audiobestanden gemaakt.

1. dat
2. je
3. hun publicatie
4. want

Welk signaalwoord hoort bij uitspraak -reden?

1. Zoals
2. Waarmee
3. Want
4. Zodat

Wat zijn functies van tekstgedeelten?

1. hoofdzaken in de alinea
2. kernzinnen
3. een bepaalde bedoeling van een tekstgedeelte
4. de hoofdgedachte van de tekst

Maak nu zelfstandig een zin met een uitspraak-vergelijking.

Bedenk een vraag over:
functies van tekstgedeelte

Wat is een tekststructuur?

1. Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
2. Het belangrijkste in een alinea.
3. De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
4. Relaties tussen verschillende delen van de tekst.

Sleepvraag: 

Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur

stelling-argument

structuur

probleem/

oplossing-

structuur

verklarings-

structuur

voor- en

nadelen-

structuur

inleiding:

stelling,

standpunt

(eventueel

als vraag)

inleiding:

probleem

inleiding:

bepaald

verschijnsel

inleiding:

vraag

of 

stelling

Sleep de signaalwoorden naar de juiste verbanden.

Uitspraak - voorbeeld

Uitspraak - opsomming

Tegenstelling

Middel - doel

bijvoorbeeld

zo

bovendien

ten eerste

integendeel

maar

daarmee

om te ...

Signaalwoord

Geen signaalwoord

 

   ook

   aan

  word

   zo

dus

  slecht

Argumenteren

Nevenschikkende argumentatie

Enkelvoudige argumentatie

Enkelvoudige onderschikkende argumentatie

Soort argument?

1. feitelijk argument
2. ervaringsargument
3. gezagsargument
4. vergelijkingsargument

Waarom is een samenvatting handig?
Hoe schrijf je een samenvatting?

Het is belachelijk dat ik een te-laat-briefje moet halen. Vorige week was Clement ook vijf minuten te laat bij u en hij mocht zonder briefje binnenkomen.

Soort argument?

1. vergelijkingsargument
2. ervaringsargument
3. nut of (on)gewenst gevolg
4. emotioneel argument

Je kunt je neefje niet alleen thuis laten. Dat doe je met je eigen kind toch ook niet?

1. Feitelijk argument
2. Vergelijkingsargument
3. Emotioneel argument

Voor het kopen van een nieuwe printer kan je het beste naar de Mediamarkt gaan, want daar hebben ze mij vorig jaar erg goed uitleg gegeven.

1. vergelijkingsargument
2. emotioneel argument
3. vermoeden
4. ervaringsargument

Bedenk zelf een nevenschikkende argumentatie bij het standpunt 'Paprika is een overbodige groente.'

Tips

Hoe goed ken je de stof al?

😒🙁😐🙂😃

Welk cijfer denk je te gaan halen?

010