Samentrekking blz. 159

De lesstof voor vandaag:
Formuleren: (foutieve)samentrekking

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De lesstof voor vandaag:
Formuleren: (foutieve)samentrekking

Slide 1 - Diapositive

Formuleren 
3 vwo

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Je leert wat een samentrekking is en je kunt foutieve samentrekkingen herkennen en verbeteren.

Slide 3 - Diapositive

Programma
1)  Voorkennis activeren
2) Theorie (foutieve) samentrekking
3) Oefenen met LessonUp
4) Huiswerk

Slide 4 - Diapositive

Wat is ook alweer een samengestelde zin?

Slide 5 - Question ouverte

Een samengestelde zin...
  • is een zin met meerdere persoonsvormen;
  • bestaat uit een hoofdzin met één of meerdere hoofd- en bijzinnen.
Voorbeelden: 
Ik weet dat dat niet  lukt. (HZ + BZ)
Ik ga niet naar school, want de school is dicht. (HZ + HZ)

Slide 6 - Diapositive

De buurman heeft een gele auto, de buurman heeft een bestelbus, de buurman heeft een sportwagen en de buurman heeft een cabrio.
Hoe zou je bovenstaande informatie zelf opschrijven?

Slide 7 - Question ouverte

De buurman heeft een gele auto, een bestelbus, een sportwagen en een cabrio.
Als in een zin dezelfde woorden twee (of meer) keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede (en daarop volgende) keer/keren weglaten. Dat heet SAMENTREKKING.

Logisch, hè?! 
Toch gaat het wel eens fout. Kijk maar naar deze zin:
*Janneke is jarig en vandaag 16 jaar geworden.
In deze zin is sprake van een foutieve samentrekking!

Slide 8 - Diapositive

De (foutieve) samentrekking
Je mag woorden alleen weglaten als er aan drie voorwaarden wordt voldaan:
1) de woorden die je weglaat, hebben dezelfde functie (onderwerp, hulpwerkwoord, lijdend voorwerp, enz.);
2) de woorden die je weglaat, hebben dezelfde betekenis;
3) de woorden die je weglaat, hebben hetzelfde getal.


Slide 9 - Diapositive

Voorwaarde 1: dezelfde functie
Janneke is jarig en (Janneke is) vandaag 16 jaar geworden.
'Janneke' is in beide gevallen onderwerp, maar 'is' is in het linkerdeel een koppelwerkwoord en in het rechterdeel van de zin een hulpwerkwoord! Dit woord 'is' mag je dus niet weglaten:
Correct is: Janneke is jarig en is vandaag 16 jaar geworden.

Slide 10 - Diapositive

Voorwaarde 2: dezelfde betekenis
Het gaat ook wel eens fout met de betekenis (en dan vaak bij splitsbare werkwoorden of uitdrukkingen).

*Hij lachte mij uit en haar toe.
Hij lachte mij uit en (hij lachte) haar toe.
'Hij' is in beide gevallen onderwerp, maar 'uitlachen' is iets anders dan 'toelachen'. Hier is dus sprake van een verschil in betekenis. 
Correct is: Hij lachte mij uit en lachte haar toe.


Slide 11 - Diapositive

Voorwaarde 3: hetzelfde getal 
* De straten werden geveegd en de stoep opnieuw bestraat.
De straten werden geveegd en de stoep (werd) opnieuw 
bestraat.

Waarschijnlijk zie je al meteen wat er niet klopt. 'Werden' is meervoud en 'werd' is enkelvoud en dat mag dus niet. Hier is sprake van een verschil in getal.
Correct is: De straten werden geveegd en de stoep werd opnieuw bestraat.



Slide 12 - Diapositive

Stappenplan bij een samentrekking 
1) Kijk welk woord/welke woorden zijn weggelaten. (Schrijf dit op!)
2) Bepaal functie, betekenis en getal van de woorden die er wel staan.
3) Bepaal functie, betekenis en getal van de weggelaten woorden.
4) Is de samentrekking correct? Is aan de drie voorwaarden voldaan?
5) Als er sprake is van een foutieve samentrekking verbeter dan de zin door de weggelaten woorden alsnog in de zin te zetten.

We gaan even oefenen!


Slide 13 - Diapositive

Te doen:
Bladzijde 159 lezen 
Bladzijde 161 opdracht 5 maken  
Oefenblad C5 opdracht 2 maken 

Slide 14 - Diapositive

Jolien heeft de kinderen geroepen en een ijsje gegeven.

1) Welk woord/welke woorden zijn weggelaten? 2) Is er sprake van verschil in functie, betekenis of getal?

Slide 15 - Question ouverte

Hij viel in de kuil en ook door de mand.

1) Welk woord/welke woorden zijn weggelaten? 2) Is er sprake van verschil in functie, betekenis of getal?

Slide 16 - Question ouverte