*Formuleren par. 2, samentrekking, VWO 3

Formuleren par. 2
- (foutieve) samentrekkingen


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Formuleren par. 2
- (foutieve) samentrekkingen


Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Je leert wat een samentrekking is en je kunt foutieve samentrekkingen herkennen en verbeteren.

Slide 2 - Diapositive

Wat is ook alweer een samengestelde zin?

Slide 3 - Question ouverte

Een samengestelde zin...
  • is een zin met meerdere persoonsvormen;
  • bestaat uit een hoofdzin met een of meerdere hoofd- en bijzinnen.

Slide 4 - Diapositive

De buurman heeft een gele auto, de buurman heeft een bestelbus, de buurman heeft een sportwagen en de buurman heeft een cabrio.
Hoe zou je bovenstaande zin korter kunnen opschrijven?

Slide 5 - Question ouverte

De buurman heeft een gele auto, een bestelbus, een sportwagen en een cabrio.
Als in een zin dezelfde woorden twee (of meer) keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede (en daarop volgende) keer/keren weglaten. Dat heet SAMENTREKKING. 

Logisch, hè?! 
Toch gaat het wel eens fout. Kijk maar naar deze zin:
*Janneke is jarig en vandaag 16 jaar geworden.
In deze zin is sprake van een foutieve samentrekking!

Slide 6 - Diapositive

De (foutieve) samentrekking
Je mag woorden alleen weglaten als er aan 3 voorwaarden wordt voldaan:
1) de woorden die je weglaat, hebben dezelfde functie (onderwerp, hulpwerkwoord, lijdend voorwerp, enz.);
2) de woorden die je weglaat, hebben dezelfde betekenis;
3) de woorden die je weglaat, hebben hetzelfde getal.


Slide 7 - Diapositive

Voorwaarde 1: dezelfde functie
Janneke is jarig en (Janneke is) vandaag 16 jaar geworden.
'Janneke' is in beide gevallen onderwerp, maar 'is' is in het linkerdeel een zelfstandig werkwoord (officieel een koppelwerkwoord) en in het rechterdeel van de zin een hulpwerkwoord! Het woord 'is' mag je dus niet weglaten:

Correct is: Janneke is jarig en is vandaag 16 jaar geworden.

Slide 8 - Diapositive

Voorwaarde 2: dezelfde betekenis
Het gaat ook wel eens fout met de betekenis (en dan vaak bij splitsbare werkwoorden of uitdrukkingen).

*Hij lachte mij uit en haar toe.
Hij lachte mij uit en (hij lachte) haar toe.
'Hij' is in beide gevallen onderwerp, maar 'uitlachen' is iets anders dan 'toelachen'. Hier is dus sprake van een verschil in betekenis. 
Correct is: Hij lachte mij uit en lachte haar toe.


Slide 9 - Diapositive

Voorwaarde 3: hetzelfde getal 
* De straten werden geveegd en de stoep opnieuw bestraat.
De straten werden geveegd en de stoep (werd) opnieuw 
bestraat.

Waarschijnlijk zie je al meteen wat er niet klopt. 'Werden' is meervoud en 'werd' is enkelvoud en dat mag dus niet. Hier is sprake van een verschil in getal.
Correct is: De straten werden geveegd en de stoep werd opnieuw bestraat.



Slide 10 - Diapositive

Stappenplan
1) Kijk welk woord/welke woorden zijn weggelaten.
2) Bepaal functie, betekenis en getal van de woorden die er wel staan.
3) Bepaal functie, betekenis en getal van de weggelaten woorden.
4) Is de samentrekking correct? Is aan de 3 voorwaarden voldaan?
5) Als er sprake is van een foutieve samentrekking verbeter dan de zin door de weggelaten woorden alsnog in de zin te zetten.

We gaan even oefenen!


Slide 11 - Diapositive

Na het feest gingen Jan en Bas naar huis en Joke nog even naar de kroeg.
1. Welk woord/welke woorden zijn weggelaten?
2. Is er sprake van verschil in functie, betekenis of getal?

Slide 12 - Question ouverte

Jolien heeft de kinderen geroepen en een ijsje gegeven.

1. Welk woord/welke woorden zijn weggelaten?
2. Is er sprake van verschil in functie, betekenis of getal?

Slide 13 - Question ouverte

Hij viel in de kuil en ook door de mand.

1. Welk woord/welke woorden zijn weggelaten?
2. Is er sprake van verschil in functie, betekenis of getal?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

Opdracht
Cursus 6, paragraaf 2, opdracht 1 en 2


Wil je nog een keer uitleg? Bekijk het filmpje van cursus 6, paragraaf 2 Formuleren van het online materiaal van Nieuw Nederlands (via leermiddelen op Magister) of het filmpje dat bij deze les zit. 

Slide 16 - Diapositive

Opdracht
Maak de opdracht op de volgende slide. Je wordt doorgelinkt naar www.cambiumned.nl 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 19 - Question ouverte

Wat vind je nog moeilijk aan dit onderwerp?

Slide 20 - Question ouverte