NN2 Blok 3 H3 woordenschat: voorvoegsels les 1

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Mijn telefoon zit in de telefoontas.
  • Mijn jas hangt over de stoel.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 2 - Diapositive

NN2 H3 Woordenschat: 
voorvoegsels 
les 1

Slide 3 - Diapositive


Lesdoel:
  1. Ik ken de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels
  2. Ik kan de betekenis van woorden vinden met behulp van voorvoegsels
  3. Ik ken de betekenis van de woorden en uitdrukkingen van dit hoofdstuk

Slide 4 - Diapositive

 Instructiefilmpje

Slide 5 - Diapositive

Voorvoegsels
Sommige woorden bestaan uit een woord en een voorvoegsel. 
Bijvoorbeeld: De heropening van de winkel was een succes. 
Her betekent opnieuw. 
Heropenen is dus opnieuw openen.
Een voorvoegsel kan je helpen de betekenis van het woord te vinden.

Voorvoegsels die veel voorkomen, zijn:
non- = niet, zonder
on- = niet
mis- = verkeerd, fout
wan- = slecht, verkeerd
her- = weer, opnieuw
ex- = niet meer, van vroeger
inter- = tussen (twee of meer gebieden)

Slide 6 - Diapositive

Vervang de woorden tussen haakjes door één woord.

Mijn broer moest vorig jaar (opnieuw examen) doen.

Slide 7 - Question ouverte

Vervang de woorden tussen haakjes door één woord.

David en Jordy waren het (niet eens) met de beslissing.

Slide 8 - Question ouverte

Vervang de woorden tussen haakjes door één woord.

De vlucht van Moskou naar Hanoi is (zonder stoppen), dus rechtstreeks.

Slide 9 - Question ouverte

Vervang de woorden tussen haakjes door één woord.

Dat is een (vroegere leerling) van onze school

Slide 10 - Question ouverte

Vervang de woorden tussen haakjes door één woord.

Die opmerking van jou was helemaal (verkeerd geplaatst).

Slide 11 - Question ouverte

Omschrijf de betekenis van de woorden in HOOFDLETTERS.

De HERDRUK van de allereerste Tina is nu te koop.

Slide 12 - Question ouverte


We gaan in de kerstvakantie met de INTERNATIONALE TREIN naar Keulen.

Slide 13 - Question ouverte


Laat je niet MISLEIDEN door haar lieve glimlach!

Slide 14 - Question ouverte



'Ik lees liever fictie dan NON-FICTIE', zei de schrijver op tv.

Slide 15 - Question ouverte


ONGEWENST gedrag verpest de sfeer in de groep.

Slide 16 - Question ouverte

Huiswerk:

Maak opdracht 
1 t/m 4 (105-107)

Slide 17 - Diapositive


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive