Schrijf de som in je schrift en plak steeds een foto in het antwoord. Zorg dat ik de som kan zien.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Oefenen verhaalsommen
Gebruik een kladblad en rekenmachine.
Schrijf de som in je schrift en plak steeds een foto in het antwoord. Zorg dat ik de som kan zien.
Slide 1 - Diapositive
Som 1
Ik heb een lap van 14 meter stof. Ik heb stukken van 1,5 meter nodig.
Hoeveel stukken kun je maken ?
Uitwerking:
14 : 1,5 = 9,33333
Ik kan dus 9 stukken maken
Slide 2 - Diapositive
Ik heb een lap van 17 meter stof. Ik heb stukken van 1,5 meter nodig. Hoeveel stukken kun je maken ? Schrijf de berekening op en maak een foto. Voeg deze als antwoord toe
Slide 3 - Question ouverte
Je hebt 22 planken van 1,4 meter nodig. Hoeveel meter heb je in totaal?
Slide 4 - Question ouverte
Je koopt een zak met 20 lolly's. Je hebt thuis nog een zak met 15 lollys . Je verdeelt de lolly's over 5 zakjes. Hoeveel lolly's zijn dat per zakje?
Slide 5 - Question ouverte
Een doos aardbeien kost €1,35 per 1,5 kg.
Hoeveel betaal ik voor 9 kg
1e kolom delen door 1,5 en dat getal gelijk x 9
Dus: 1,35 : 1,5 x 9 = € 8,10
€
1,35
x
?
Kg
1,5
1
9
Slide 6 - Diapositive
Een doos aardbeien kost € 3,55 per 2,5 kg.
Hoeveel betaal ik voor 9 kg
Slide 7 - Question ouverte
17% van 322 =
Rond af op een heel getal
Slide 8 - Question ouverte
4 vrienden huren een auto voor een aantal dagen. Ze betalen ieder € 108,75. De auto kost € 87,- per dag. Hoeveel dagen huren ze de auto ?
Slide 9 - Question ouverte
Inhoud
Inhoud = lengte x breedte x hoogte (of diepte)
Verder is 1 dm3 = 1 liter
Slide 10 - Diapositive
Ik heb 2 aquariums van l = 4 dm, b= 2 dm en h = 3 dm. Ze worden met water gevuld. Hoeveel liter water heb ik nodig?
Slide 11 - Question ouverte
Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein
km
dam
cm
mm
m
hm
dm
Slide 12 - Question de remorquage
Reken de volgende lengtematen om: 100 m = .... dam
Slide 13 - Question ouverte
Reken de volgende lengtematen om: 10 hm = .... dam