HVV2A les 3

HERZLICH WILKOMMEN
HVV 2A
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

HERZLICH WILKOMMEN
HVV 2A

Slide 1 - Diapositive

Liebe Leute, das Programm für heute
  • Seid ihr alle da?
  • Lernziele
  • Drammatik


Slide 2 - Diapositive

LERNZIELE

  • Ik weet wat ik vrijdag en volgende week af moet hebben
  • Ik begrijp de grammatica van dit hoofdstuk

Slide 3 - Diapositive

HV: Seite 18, Regel entdecken
Aufgabe 10a
1. Onderstreep eerst de laatste letter van de stam
2. Luister en vul de uitgangen in 
Aufgabe 10b

VWO: Maak zelfstandig opgave 10 uit jullie boek



Kapitel 6, Aufgabe 10a

Slide 4 - Diapositive

                 Hoofdregel zwakke werkwoorden met stam op -d of -t:












ich 
kauf-e
arbeit-e
du
kauf-st
arbeit-est
er/sie/es
kauf-t
arbeit-et
wir 
kauf-en
arbeit-en
ihr
kauf-t
arbeit-et
sie/Sie
kauf-en
arbeit-en
volt. deelwoord
ge-kauf-t
ge-arbeit-et

Slide 5 - Diapositive

VWO: Seite 18, Regel entdecken
H/V: AAN DE SLAG MET DE WEEKPLANNING "GEPLANDE TAAK" ONLINE

VWO: Maak zelfstandig opgave 10 uit jullie boek

Wat zijn jullie antwoorden?


Slide 6 - Diapositive

Werkwoorden met stam op d/t (n/m)


arbeiten


melden


rechnen
ich
arbeit -e
meld - e
rechn - e
du
arbeit -  est
meld - est 
rechn - est
er/sie/es
arbeit - et
meld - et
rechn - et
wir
arbeit - en
meld - en
rechn - en
ihr
arbeit - et
meld - et 
rechn - et
sie/Sie
arbeit- en
meld - en
rechn - en
!!!
ge - arbeit - et
ge - meld - et
ge - rechn - et

Slide 7 - Diapositive

Werkwoorden met stam op n/m
öffnen
zeichnen
rechnen
regnen
atmen

Slide 8 - Diapositive

an die Arbeit, Planer Woche 38
HV2A ONLINE-boek (zie ook TIPS in de leerplein-planner):
- C-Lesen Aufgabe 9 
- D Grammatik Aufgabe 11 t.m 13
- Lernen Buch-Seite 26 "de gitaar" t/m "soms"
- Lernen Buch-Seite 26 Lernliste D-N: A Hören + C Lesen
V2A  ONLINE-boek (zie ook TIPS in de leerplein-planner):
- C-Lesen Aufgabe 8+9
- D Grammatik Aufgabe 11-12
- Lernen Buch-Seite 26 Lernliste N-D Alles
- Lernen Buch Seite 26 Lernliste D-N Alles

Slide 9 - Diapositive

Ik kan de letter u goed uitspreken in het Duits
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Sondage

Ik weet wat ik vrijdag (en volgende week vrijdag) af moet hebben
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage

Ik snap de grammatica van dit hoofdstuk
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Sondage

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Wat is het Duitse woord voor
"mevrouw"
A
Herr
B
Kind
C
Sohn
D
Frau

Slide 18 - Quiz

Hoe spreek je de letter V
in het Duits uit?
A
Vau
B
Voe
C
Veu
D
Vui

Slide 19 - Quiz

DUS SPREEK UIT....
Frau V

Slide 20 - Diapositive

Noem persoonlijke
voornaamwoorden (Ne of Du)

Slide 21 - Carte mentale

Vertaal naar het Duits

jij
A
er
B
sie
C
es
D
du

Slide 22 - Quiz

Vertaal naar het Duits

u
A
ihr
B
Sie
C
sie
D
er

Slide 23 - Quiz

ik 
jullie
zij
het
wij
hij
ich
ihr
sie
es
wir
er

Slide 24 - Question de remorquage

Het bepaald en onbepaald lidwoord
der, die und das
De lidwoorden in het Nederlands:
de en het (bepaald) een (onbepaald)
worden in het Duits aangegeven met:
der, die en das
der = mannelijk
die = vrouwelijk
das = onzijdig
De (bepaalde) lidwoorden in het Nederlands de en het (bepaald)
worden in het Duits:    der - die - das

GESLACHT!
der        = na een mannelijk zelfstandig naamwoord (vaak "de")
die         = na een vrouwelijk zelfstandig naamwoord (vaak "de")
das        = na een onzijdig zelfstandig naamwoord (vaak "het")
Het bepaald en onbepaald lidwoord

Slide 25 - Diapositive

DER + "mannelijke woorden"
mannelijke personen, dieren, beroepen
dagen
maanden
jaargetijden

Slide 26 - Diapositive

DIE + "vrouwelijke" woorden"
vrouwelijke personen, dieren, beroepen
vaak woorden eindigen op -e
altijd woorden eindigen op: 
-heit -keit -schaft -ung

Slide 27 - Diapositive

DAS + "onzijdige" woorden"
"het" woorden in het Nederlands 
(PAS OP: niet altijd!!)

Slide 28 - Diapositive

DIE + meervoud
Meervoudige zelfstandige naamwoorden

ALTIJD DIE

Slide 29 - Diapositive

.... Bruder
A
der
B
die
C
das

Slide 30 - Quiz

.... Tochter
A
der
B
die
C
das

Slide 31 - Quiz

.... Kuh
A
der
B
die
C
das

Slide 32 - Quiz

.... Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 33 - Quiz

.... Buch
A
der
B
die
C
das

Slide 34 - Quiz

.... Mutter
A
der
B
die
C
das

Slide 35 - Quiz

.... Sonne
A
der
B
die
C
das

Slide 36 - Quiz

.... Lehrer
A
der
B
die
C
das

Slide 37 - Quiz

.... Land
A
der
B
die
C
das

Slide 38 - Quiz

LERNZIELE

  • Ik weet wie mevrouw Verholen is
  • Ik ken de lidwoorden in het Duits nog
  • Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits nog
  • Ik kan in mijn online-boek
  • Ik weet wat ik volgende week af moet hebben

Slide 39 - Diapositive

HEEEEEL BELANGRIJK:
U = OE
let maar op:

Slide 40 - Diapositive

Vertaal naar het Nederlands:

Kuh

Slide 41 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:

Mutter

Slide 42 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:

Bruder

Slide 43 - Question ouverte