Rekenen Blok 4 week 4 herhaling (- cijferen)

Rekenen Blok 4 Herhaling

We herhalen 3 doelen:
- Ik kan kommagetallen vergelijken en op volgorde zetten.
- Ik kan sommen met 2 tekorten onder elkaar uitrekenen.
- Ik kan het verschil uitrekenen tussen 2 bedragen.

Dit leg je klaar: kladpapier en pen of potlood
Schrijf de stapjes op!
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Rekenen Blok 4 Herhaling

We herhalen 3 doelen:
- Ik kan kommagetallen vergelijken en op volgorde zetten.
- Ik kan sommen met 2 tekorten onder elkaar uitrekenen.
- Ik kan het verschil uitrekenen tussen 2 bedragen.

Dit leg je klaar: kladpapier en pen of potlood
Schrijf de stapjes op!

Slide 1 - Diapositive

Doel 406:

Slide 2 - Diapositive

2 zakken zijn 6 euro
1 zak 6 euro en 8 cent
1 zak 6 euro en 80 cent
Dus de rijst kost het meest bij winkel   

Het minst: 1 zak is 5 euro
Dus de rijst kost het minst bij winkel 
B
C

Slide 3 - Diapositive

In 1 emmer zit 3 liter
Het volst = de                 emmer


In 2 emmers zit 2 liter
de een + 0,8
de ander + 0,5
Het leegst = de                 emmer
rechter
middelste

Slide 4 - Diapositive

Sleep van minder naar meer!
Denk aan het stappenplan!
10,3 L
9,7 L
10,8 L
10 L

Slide 5 - Question de remorquage

    645 - 267 = 
Je kunt deze sommen op 2 manieren uitrekenen:
- Door kolomsgewijs uit te rekenen. De volgende 2 slides gaan over die manier.


Doel 269:

Slide 6 - Diapositive

              2 - 9 =   - 7  (7 tekort)
         70 - 30 =    40
     600 - 100 = 500
 500 + 40 - 7 = ? 
En nu de volgende som.
Let op: Begin achteraan!
Waar zijn de tekorten?
                  5 - 6 = - 1     (1 tekort)
             30 - 80 = - 50 (50 tekort)
        700 - 200 = 500
      500 - 50 - 1 = ?
Je hebt hier dus 2 x tekort:
Bij de eenheden en bij de tienen.
540 - 7 = 533
500 - 50 = 450 - 1 = 449
Kolomsgewijs uitrekenen:

Slide 7 - Diapositive

6 - 8 = - 2
40 - 80 = - 40
800 - 200 = 600
600 - 40 - 2 =            
3 - 6 = . 
0 - 50 = . .
900 - 400 = . . .
. . .  - . . - .  = . . .  
600 - 40 = 560 - 2 = 558
3 -6 = - 3
0 - 50 = - 50
900 - 400 = 500
500 - 50 - 3 = 447

Slide 8 - Diapositive



Teken een getallenlijn op je kladblad.
Schrijf de getallen erbij.
Begin rechts met aftrekken.
doel 297:

Slide 9 - Diapositive

Schrijf mee op je kladblad.
Teken een getallenlijn:
Begin rechts.
Hoeveel korting zit er op dit artikel?
€10,00 - . . . = €7,05
€10,00
Nu €7,05
antwoord
tel de sprongen bij elkaar op:
€2,00 + €0,95 = €2,95 korting

Slide 10 - Diapositive

En nu naar Snappet
Zet de timer

Maak 10 opgaven van doel 269
Maak 10 opgaven van doel 406
Maak 10 opgaven van doel 297
Klaar? Werkpakket 

Succes!👍
timer
45:00

Slide 11 - Diapositive