Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 35 min
Éléments de cette leçon
HV2 Leesvaardigheid
H2-3-4-17-18
Oefentoets
Slide 1 - Diapositive
Bij welk tekstdoel past dit? De schrijver geeft voor- en nadelen.
Slide 2 - Question ouverte
Functiewoorden
Verbindingswoorden
Signaalwoorden
laten zien hoe zinnen binnen een alinea met elkaar samenhangen
gaan over een HELE alinea
Slide 3 - Question de remorquage
Functiewoorden
Verbindingswoorden
voorbeeld
bijvoorbeeld
ten derde
conclusie
concluderend
samenvatting
Slide 4 - Question de remorquage
Bij welke soort verbinding past elk signaalwoord?
reden
opsomming
samenvatting
conclusie
concluderend
want
kortom
dus
Slide 5 - Question de remorquage
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de auteur over het onderwerp wil zeggen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
De belangrijkste boodschap van een alinea vind je in de ...
Slide 7 - Question ouverte
'We hadden een beperkt budget voor het schoolfeest. We konden maximaal 100 euro uitgeven.' Wat betekent 'budget' en welke woordraadstrategie gebruik je?
Slide 8 - Question ouverte
Waarover gaat 'etymologie'?
A
Het tekstdoel van de schrijver
B
De macrostructuur van de tekst
C
Functiewoorden
D
De herkomst van woorden
Slide 9 - Quiz
Bij deze leesstrategie is het belangrijk om jezelf af te vragen wat het doel is van de schrijver: ... lezen
Slide 10 - Question ouverte
Wat is de hoofdgedachte?
Wat is de hoofdgedachte?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.