21-12-16-v2-presente perfecto

De verleden tijd
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

De verleden tijd

Slide 1 - Diapositive

Pretérito perfecto

Slide 2 - Carte mentale

Aan het einde van de les weet je: 
Wanneer je de presente perfecto gebruikt





Slide 3 - Diapositive

Pretérito perfecto 

Slide 4 - Diapositive

Zet de volgende zinnen in de "perfecto"
1. Leo un libro.
2. Escuchas música española.
3. Aprende hablar francés.
4. Comemos un bocadillo.
5. Tomáis zumo de naranja.
6. Ustedes visitan Barcelona.
7. Pablo hace los deberes.








Slide 5 - Diapositive

¿Cómo? 
In tegenstelling tot het Nederlands, worden in het Spaans de werkwoorden altijd bij elkaar gezet: 

Ben je weleens in Madrid geweest?
¿Has estado en Madrid alguna vez ? 

Ik ben vanmorgen vroeg opgestaan 
Esta mañana me he levantado temprano 

Slide 6 - Diapositive

¿Cuándo?
ir
Esta mañana he ido al supemercado
Ayer fui a la piscina

estar
Este año he estado en España
Hace dos años estuve en Alemania

Slide 7 - Diapositive

¿Cuándo? (1)
1) Wanneer je spreekt over het verleden, maar de gebeurtenissen  een relatie met het heden hebben. 



Slide 8 - Diapositive

¿Cuándo? (2)
2) Als het tijdstip niet echt van belang is: 

Ben je weleens in Spanje geweest? 

¿Has estado en España alguna vez
No he estado nunca en España. / 
Muchas veces he estado en España 

Slide 9 - Diapositive

¿Cuándo? (3)
2) Voor iets dat net is gebeurd.

hace poco, hace un momento, hace cinco minutos. 

He visto a Ana hace poco. 

Slide 10 - Diapositive

Wat is een signaalwoord van de perfecto?
A
ayer
B
en 2011
C
este siglo (eeuw)
D
las vacaciones pasadas

Slide 11 - Quiz

Onregelmatig: 
hacer - hecho
escribir - escrito
abrir - abierto
ver - visto
romper - roto
morir - muerto

Slide 12 - Diapositive

Hacer
Ejercicios 1 y 2. 
Bij opdracht 2 kom je verschillende 'signaalwoorden' tegen. Noteer/onderstreep deze.

Dit doe je zelfstandig
Eerder klaar?
Maak opdracht 3  / bespreek antwoorden met buur

Slide 13 - Diapositive

Signaalwoord van de 'pretérito perfecto'

Slide 14 - Carte mentale