Les 3 en 4 AGHZ

Gezondheid en Ziektes: Meten en Controleren

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je lengte, gewicht, BMI, buikomvang, temperatuur, bloeddruk en bloedsuiker meten en controleren, en begrijp je waarom protocollen belangrijk zijn en welke ziektes van invloed kunnen zijn op kinderen, pubers en zwangere vrouwen.

Wat weet je al over het meten en controleren van lengte, gewicht, BMI, buikomvang, temperatuur, bloeddruk en bloedsuiker?

Lengte en Gewicht Meten

In het filmpje is te zien hoe de lengte en het gewicht voor een kind wordt gemeten. Dit is vergelijkbaar met hoe wij het op school hebben. 

BMI Berekenen

Leer hoe je de Body Mass Index (BMI) kunt berekenen om de gezondheid van een persoon te beoordelen. Lees de tekst bij opdracht 4 van blok 3. 

Buikomvang Meten

Ontdek waarom het meten van buikomvang belangrijk is en hoe je dit correct kunt doen.

Temperatuur Opnemen

Lichaamstemperatuur  opnemen met behulp van verschillende methoden.

Temperatuur opnemen via oorthermometer.

Bloeddruk Meten

Bloedsuikercontrole 

Enkele redenen waarom protocollen belangrijk zijn!

1. Er is veel vraag naar protocollen en richtlijnen uit alle velden van de zorg. Protocollen en richtlijnen zijn dan ook, mits met beleid en verstand gehanteerd, een handig hulpmiddel.
2. Protocollen en richtlijnen bevorderen de efficiëntie van het handelen door voor complexe en minder complexe handelingssituaties routines vast te stellen.
3. Protocollen en richtlijnen bepalen de handelingsruimte van de hulpverlener ten opzichte van de cliënt op individueel niveau.
4. Protocollen en richtlijnen bevatten institutionele, professionele en maatschappelijke normen die voor het handelen gelden.
5. Protocollen en richtlijnen helpen de individuele hulpverlener om diens inspanningsverplichting in de zorg voor individuele cliënten te expliciteren.
6. Het werken met protocollen en richtlijnen kan het vertrouwen in de hulpverlening versterken.
7. Protocollen en richtlijnen helpen bij het evalueren van zorgprocessen.
8. Protocollen en richtlijnen kunnen een bijdrage leveren aan een kwalitatief goede zorgverlening.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.