2.1 Politiek en burgerschap

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Diapositive

Het oude Griekenland
  • Niet één land, maar 150 kleine landjes

  • Stadstaat (polis); zelfstandige staten, met een eigen regering en leger.

  • Landbouw stedelijke samenleving

  • Centrum van de stadstaten is vaak een stad gebouwd op een Akropolis; een rotsheuvel / berg.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een stadstaat en een volwaardige staat?

Slide 4 - Question ouverte

Kolonies
  • Slechts 20% vruchtbare grond.
  • Wat gebeurt er als een stadstaat te groot wordt?

  • Begin kolonisatie; de nieuwe stadstaat blijft trouw aan de 'moeder' stadstaat. (stuurt goederen en legers)

  • Ontstaan van een rijk handelsnetwerk, waarbij men elkaars cultuur overnemen: schrijven (Feniciërs), geld (Lydiërs) 
Groepen vertrekken uit de originele stadstaat om elders een kolonie te stichten.

Slide 5 - Diapositive

Sparta vs Athene
Paars: Sparta en bondgenoten     Oranje: Athene en bondgenoten

Slide 6 - Diapositive

2) Samenleving;  Athene
  1.  Groot grondbezitters
  2. Stemrecht
  3. Leiders van de stadstaat
1. Mogen geen grond bezitten
2. Werken in de nijverheid / ambachten
3. geen stemrecht
1. Mogen geen grond bezitten of huis bezitten
2. Geen stemrecht / of andere rechten
3. Zorgen voor kinderen en huishouden
1. Geen rechten
2. Werken in dienst voor de Grieken: mijnen, werkplaatsen, leraren, etc.

Slide 7 - Diapositive

Welke van deze groepen heeft stemrecht bij de Atheense samenleving?
A
Vrije mannen
B
Alle mannen
C
De mannen en de migranten
D
De mannen en de vrouwen

Slide 8 - Quiz

1

Slide 9 - Vidéo

03:21
De Atheense democratie is een 'directe' democratie. Leg uit hoe de democratie van Athene verschilt van onze huidige democratie.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

2) Samenleving; Sparta
  1. Zowel mannen als vrouwen stonden boven aan de sociale ladder.
  2. Mannen hielden zich bezig met Militaire zaken
  3. Vrouwen met muziek en poëzie
  4. Alles in Sparta draait om oorlog
Heloten zijn de oorspronkelijke bewoners van het gebied. Zij werden onderworpen door de Spartanen.

  1.  Waren een soort slaaf en produceerden voedsel en goederen voor de Spartanen
Perioiken zijn onderworpen volken die verder weg wonen.

  1. Zij hadden een eigen bestuur, maar Sparta had wel de macht over ze.
  2. Ze betaalden belasting en leverden soldaten aan Sparta

Slide 12 - Diapositive

Waarom zou de hele Spartaanse samenleving op oorlog gericht zijn?

Slide 13 - Question ouverte

Uitspraak: 'wordt je als meisje geboren hoop je dat het in Sparta is, wordt je als jongetje geboren hoop je dat het in Athene is'

Verklaar deze uitspraak

Slide 14 - Question ouverte

  • Het Perzische rijk
  • De gemeenschappelijke vijand van Griekenland

  • Sparta en Athene (+bondgenoten) komen samen om tegen Perzië te vechten.
  • Slag bij Marathon
  • Slag bij Thermopylae
  • Slag bij Salamis

Slide 15 - Diapositive

Peloponnesisch oorlog
  • Bondgenoten Athene en Sparta komen tegenover elkaar te staan.

  1. Te grote politieke/culturele verschillen
  2. Wantrouwen over elkaars macht

Aanleiding: handelsconflict tussen Athene en de stadstaat Megara; Megara vraagt Sparta om hulp.
Athene dwong stadstaten geld te geven en militaire steun te sturen. Deden ze dit niet? Dan werden ze zwaar gestraft

Slide 16 - Diapositive

Wie zou deze oorlog winnen: Het grote en wijze Athene of het machtige Sparta?
A
Athene
B
Sparta

Slide 17 - Quiz

Gebied van Macedonië
circa 100 jaar na de Peloponnesisch oorlog (336 v.chr)
Gebied van Macedonië (Alexander de Grote)
in het jaar 326 v.chr

Slide 18 - Diapositive

Hoelang heeft Alexander de Grote erover gedaan om al dat gebied te veroveren?
A
10 jaar
B
25 jaar
C
50 jaar
D
75 jaar

Slide 19 - Quiz

Alexander de Grote
  • Binnen 10 jaar veroverd Alexander de Grote het hele Perzische rijk.

  • Briljant strateeg

  • Beetje egoïstisch; stichtte veel steden, waarvan hij de meeste 'Alexandrië' noemde.

  • Bracht culturen samen: Hellenisme

Slide 20 - Diapositive

Hellenisme
  • Alexander de grote wilde de Perzische cultuur niet vervangen door de Griekse, maar samenvoegen.

  • Liet Griekse agora's, tempels, theaters en gymnasia bouwen

Maar....

  • Perzische gebruiken bleven.
  • Zowel Griekse als Perzische bestuurders
  • Trouwde zelf met een Perzische vrouw
  • Moedigde zijn soldaten/generaals aan om zelf met Perzische vrouwen te trouwen

Slide 21 - Diapositive

Onderzoekers / denkers
  • Vanaf 6e eeuw nieuwe manier van denken;

  • Geen mythische verklaring, maar een natuurlijke verklaring

  • Wetenschap: het systematisch onderzoeken van de werkelijkheid en die verklaren met behulp van eigen waarnemingen en logisch redeneren.

  • Filosofie; alle wetenschappen. door middel van onderzoek doen achter de waarheid komen.


Slide 22 - Diapositive

Wetenschap
  • Hippocrates: 'ziektes hebben geen goddelijke, maar biologische oorzaak'

  • Herodotus: 'Feiten vaststellen door bronnen te onderzoeken'.

  • Pythagoras: 'stelling van Pythagoras' (iets met wiskunde ofso.... vast niet belangrijk)

  • Erasosthenes: 'omtrek van de aarde berekenen'

  • Aristarchus: 'De zon staat stil en de aarde draait eromheen'

  • Socrates: 'Ik weet dat ik niets weet'

Slide 23 - Diapositive

Aristoteles
Plato

Slide 24 - Diapositive

Wie heeft volgens jou gelijk? Plato of Aristoteles?

Slide 25 - Question ouverte

Huiswerk
Lezen bladzijde:
34-40

maken opdracht:
4, 8 (blz 37)
8 (blz 40)

Slide 26 - Diapositive