Les A2A 16/20-09-2024

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

         Klassenplattegrond

Spullen In Orde!

Lesboek

Leesboek

Pen

Schrift

Binnenkomen in de klas

1. Je bent op tijd in het lokaal.

2. Je stemvolume is laag, dat betekent dat je fluistert en niet schreeuwt.

3. Je loopt rechtstreeks naar je tafel, jas op de gang, telefoon in het hotel.

4. Je pakt de spullen die je nodig hebt (zie bord). 

5. Je begint aan de startopdracht (zie bord).

6. Je loopt niet zomaar door de klas.

Klassikaal: Instructie

werkwoordelijke gezegde:

kwestie van DOEN

                                                                               

                                                                                naamwoordelijk gezegde:

                                                                                                   kwestie van ZIJN

Klassikaal: Instructie

werkwoordelijke gezegde:

kwestie van DOEN:

De zaklamp schijnt fel.

                                                                                naamwoordelijk gezegde:

                                                                                                  kwestie van ZIJN:

                                                                   De zaklamp schijnt kapot te zijn.

Spullen In Orde!

Leg het volgende klaar op je tafel:

Lesboek

Leesboek

Pen

Schrift

Nieuwe plattegrond

Maak in stilte:

opdrachten 9 en 10 (blz. 57-58).

Enkelvoudige zin

Kenmerken enkelvoudige zin:

*heeft één persoonsvorm

*is altijd een hoofdzin

Samengestelde zin

Kenmerken samengestelde zin:

*heeft twee of meer persoonsvormen

*wordt meestal samengevoegd door een voegwoord

*bestaat uit een hoofdzin + hoofdzin (H+H)

of hoofdzin + bijzin (H+B)

of bijzin + hoofdzin (B+H)

Leg je hand op het voegwoord.

Blijven er twee goede zinnen over?

Ja -> hoofdzin + hoofdzin (H+H)

H + H, voegwoord = en

H + H, voegwoord = maar

H + H, voegwoord = want

H + H, voegwoord = of

Bij deze vier voegwoorden heb je ALTIJD te maken met een H!

Leg je hand op het voegwoord.

Blijven er twee goede zinnen over? Ja -> hoofdzin + hoofdzin

(we noemen dit dan ook wel "nevenschikkende (TOETS)"

zinnen en/of voegwoorden)

Hoofdzin + Hoofdzin, voegwoord = en

Hoofdzin + Hoofdzin, voegwoord = maar

Hoofdzin + Hoofdzin, voegwoord = want

Hoofdzin + Hoofdzin, voegwoord = of

Leg je hand op het voegwoord.

Blijven er twee goede zinnen over?

Nee -> hoofdzin + bijzin (H+B) of bijzin + hoofdzin (B+H) 

H + B (of andersom), voegwoord = dat

H + B (of andersom), voegwoord = omdat

H + B (of andersom), voegwoord = als

H + B (of andersom), voegwoord = toen

H + B (of andersom), voegwoord = hoewel

H + B (of andersom), voegwoord = terwijl

Leg je hand op het voegwoord.

Blijven er twee goede zinnen over?

Nee -> hoofdzin + bijzin of bijzin + hoofdzin

(we noemen dit dan ook wel "onderschikkende (TOETS)"

zinnen en/of voegwoorden)

Hoofdzin + Bijzin (of andersom), voegwoord = dat

Hoofdzin + Bijzin (of andersom), voegwoord = omdat

Hoofdzin + Bijzin (of andersom), voegwoord = als

Hoofdzin + Bijzin (of andersom), voegwoord = toen

Hoofdzin + Bijzin (of andersom), voegwoord = hoewel

Hoofdzin + Bijzin (of andersom), voegwoord = terwijl

Klassikaal: Instructie

We behandelen leestekst HOOFDZIN EN BIJZIN (blz. 58).

Maak in stilte:

opdracht 11 en 12 (blz. 59).

Spullen In Orde!

Leg het volgende klaar op je tafel:

Lesboek

Leesboek

Pen

Schrift

Nieuwe plattegrond

Dobbelspel

Klassikaal: Instructie: //

We behandelen leestekst ENKELVOUDIGE ZIN EN SAMENGESTELDE ZIN (blz. 59).

Maak in stilte:

opdrachten 13, 14 en 15 (blz. 60).

opdracht 16 Totaalopdracht:

markeer en ontleed

alleen de hoofdzin 

Proefwerk H1

Week 42

donderdag 17 oktober

Spreekopdracht

week 45 + 46

Creatieve schrijfopdracht (week 38)