tegenwoordig deelwoord deel 3 25 januari groep 8

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les:
Ik weet wat een tegenwoordig deelwoord is en ik weet hoe ik deze woorden correct moet schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Jullie kennen het deelwoord.
Ik heb/ben (iets).....

Slide 3 - Diapositive

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 4 - Diapositive

Maak af:
Ik heb gisteren.......................

Slide 5 - Carte mentale

Deelwoord verandert in:
Voltooid deelwoord.

Voltooid betekent: het is gebeurd.

Slide 6 - Diapositive

Naast een voltooid deelwoord leren jullie nu ook het tegenwoordig deelwoord.

Slide 7 - Diapositive

Tegenwoordig betekent: nu, het is nog bezig, nog geen verleden/voltooide tijd.

Slide 8 - Diapositive

Verder:
In een zin met een tegenwoordig deelwoord gebeuren er 2 dingen tegelijk.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Maak een zin met 'rennend' als tegenwoordig deelwoord.

Slide 11 - Carte mentale

Kletsend bekeek de juf de toetsen.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het tegenwoordig deelwoord?
Ik liep rennend naar mijn oma.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het tegenwoordig deelwoord?
De jongen ving springend de mooie vlinder.

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het tegenwoordig deelwoord?
De inbreker herhaalt schreeuwend dat hij het niet gedaan heeft.

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het tegenwoordig deelwoord?
Met een trillende hand maakte hij het pakje open.

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het tegenwoordig deelwoord?
De sprekende papegaai stal de show.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het tegenwoordig deelwoord?
Groep 8 heeft met het tegenwoordig deelwoord geoefend.

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het tegenwoordig deelwoord?
Wat een opvallende overeenkomst is dit.

Slide 19 - Question ouverte

Vul het tegenwoordig deelwoord in.
zuchten
............................deed de jongen de afwas.

Slide 20 - Question ouverte

Vul het tegenwoordig deelwoord in.
schatten
Ik ben erg goed in.....................rekenen.

Slide 21 - Question ouverte

Vul het tegenwoordig deelwoord in.
redden
Jij bent vandaag mijn....................engel.

Slide 22 - Question ouverte

Waar is het werkwoord foutloos in de verleden tijd geschreven.
A
Door de kou klappertandde het kind.
B
Door de kou klappertandt het kind.
C
Door de kou klappertande het kind.
D
Door de kou klappertandden het kind.

Slide 23 - Quiz

Waar is het werkwoord foutloos in de verleden tijd geschreven.
A
Het Coronavirus verspreide zich snel.
B
Het Coronavirus verspreidden zich snel.
C
Het Coronavirus verspreidde zich snel.
D
Het Coronavirus verspreidt zich snel.

Slide 24 - Quiz

bevrijden (VT)
Ik...............het koolmeesje uit de val.

Slide 25 - Question ouverte

barsten (VT)
Het kopje ..................door de hitte.

Slide 26 - Question ouverte

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 27 - Diapositive