KGT 2.2 Zuivere stoffen en mengsels

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 2

les 2 Zuivere stoffen en mengsels

Stoffen herkennen

Stoffen kunnen er hetzelfde uit zien. Je kunt een stof niet altijd herkennen door alleen te kijken.  Combineer het altijd met: 

- voelen

- schudden/kwispelen

- voorzichtig ruiken,
maar pas op!!

- Nooit proeven.

www.eielectronics.nl

Stoffen ordenen

Eigenschap van een stof --> waaraan je de stof herkent, bijzonderheden.

voorbeelden eigenschappen:

-geur                           -  doorzichtig

-kleur                          - elastisch

-smaak                      - sterkte 

-brandbaarheid     -toepassing

Leerdoelen

2.2.1 Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.

2.2.2 Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.

2.2.3 Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren.

Mengels

Kijk eens op het etiket.
Je ziet de ingrediënten die in in Ice tea zitten. 
Waar het meeste van is staat meteen achter de :.

Alle stoffen bij elkaar zorgen ervoor dat bv. Ice tea ontstaat.
Dit noem je een mengsel.

Zuivere stof

Een zuivere stof bestaat alleen maar uit die stof. Geen andere stof is toegevoegd.

* kristalsuiker zit alleen kristalsuiker

keukenzout met jodium is een mengsel

zout zonder jodium is een zuivere stof

Zuiver

Let op!

Zuiver op een etiket kan betekenen dat het niet vervuild is.

Het gaat hier niet over een zuivere stof.

vb. Mineraal water is geen zuivere stof, maar het is wel zuiver drinkwater.

Oplossing

Als je stoffen met water mengt zeg je niet dat het een mengsel is, maar een oplossing.

Een oplossing is een mengsel van twee of meerde stoffen die vermengt is met een vloeibare stof.

vb thee, koffie of limonade 

Suspensie

Wanneer er op het etiket staat "goed schudden voor gebruik" of "eerst roeren" dan spreek je vaak niet van een oplossing, maar een suspensie.

Suspensie is een vloeistof waarin een fijn verdeeld poeder zweeft. 

Vb , paracetamol in water, chocomelk. Maar ook verf.

Stoffen scheiden, extraheren en filtreren.

Bij extraheren doe je water over een stof. De geur- en smaakstoffen trekken dan in de oplossing (vloeistof).

Bij filteren heb je een suspensie die in oplosmiddel zit. Dit noem je filtraat.

Wat achterblijft in het filter aan vaste stof noem je residu

Proef 3 blz. 81

Aan de slag!

Lezen blz. 51 t/m 53

maken opdracht 1 t/m 10