rekenen met valuta

Wat is het?

Iedereen heeft me nodig,
iedereen wil mij graag hebben
en toch word ik elke dag weggegeven. 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AVOPraktijkonderwijsBasisschoolSpeciaal OnderwijsLeerroute 1Groep 5-8Leerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is het?

Iedereen heeft me nodig,
iedereen wil mij graag hebben
en toch word ik elke dag weggegeven. 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

GELD

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent valuta?

Slide 3 - Carte mentale

het officiële betaalmiddel in een land
Vraag 1
1 euro staat gelijk aan 7.5 deense kronen
hoeveel is 5 euro in deense kronen? 
bereken op je wisbordje met behulp van een verhoudingstabel  

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord vraag 1

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 2 
1 euro staat gelijk aan 88 Indische roepies
hoeveel is 5 euro in indische roepies?
bereken op je wisbordje met behulp van een verhoudingstabel

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord vraag 2

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 3
1 euro staat gelijk aan 35 Surinaamse dollar
Hoeveel is 6 euro in Surinaamse dollar?
bereken op je wisbordje met behulp van een verhoudingstabel

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord vraag 3

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 4
3 euro staat gelijk aan 3.25 Amerikaanse dollar
Hoeveel is 12 euro in Amerikaanse dollar?
Bereken op je wisbordje met behulp van een verhoudingstabel 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord vraag 4

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenraadsel in tweetallen
Ik heb een biljetten van 5, 10, 20 en 50. 
Zoek 3 manieren waarop ik op 435 euro uit kan komen. 
schrijf de uitkomsten op je wisbordje

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord rekenraadsel

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Met wie praat jij over geld?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Is geld belangrijk?
JA
NEE

Slide 15 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Onze eigen valuta
We hebben 400 miljard nodig

Hoe gaan we dit doen?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We hebben eerst een naam nodig

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gaat het geld eruit zien?
Stap 1: Ga in een rij staan van groot naar klein. Achter in de klas de langste. Dit doen wij zonder geluid.
Stap 2: Er zijn 4 groepen, elke groep maakt een andere briefjes. elk groepje moet in totaal 60 briefjes (munten) maken.
Stap 3: Je tekent per persoon minstens een biljet. Elk briefje is uniek.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ga ik dit doen?
Bedenk een merkteken
Maak zoveel mogelijk verschillende hoeveelheden. 
Je kan briefjes van 1, 2, 5, 10, 20, 50 maken.
Verdeel dit goed. Je gaat het geld nodig hebben.
Een briefje van 1 staat gelijk aan ongeveer 3 miljard euro.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dollarteken
Euroteken

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 1 miljard?
1.000.000.000

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Resultaten

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions