Meervoud

Cursus 7: Spelling > 4. Meervouden
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2,4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Cursus 7: Spelling > 4. Meervouden

Slide 1 - Diapositive

Waarom denk je dat het ene woord met 's is en het andere woord niet?
oma's, klamboes, menu's, repetities

Slide 2 - Question ouverte

Meervoud
De meeste zelfstandig naamwoorden hebben een meervoud op -en
Boek --> boeken
school --> scholen
bom --> bommen

Slide 3 - Diapositive

Op -en
Soms moet je iets veranderen:
banaan
kip
boef
baas

Slide 4 - Diapositive

meervoud met 's

Zelfstandig naamwoorden die eindigen op een enkele klinker!
Bijv.: oma, menu en ego.
oma's, menu's en ego's

Bij Y: alleen 's als er voor de y een medeklinker staat
Hobby's

Slide 5 - Diapositive

Meervoud op zowel -en als -s
tractor --> tractoren en tractors
groente --> groenten en groentes
lade --> laden en lades
seconde --> seconden en secondes

Slide 6 - Diapositive

Meervoud op -ën
Woorden die eindigen op -ee
zeeën 
reeën

Slide 7 - Diapositive

Meervoud podium.
A
podiummen
B
podia
C
podiums

Slide 8 - Quiz

meervoud rentenier (iem. die zoveel geld heeft dat hij niet meer hoeft te werken)
A
rentenieren
B
renteniers

Slide 9 - Quiz

meervoud opa
A
opas
B
opa's
C
opaas

Slide 10 - Quiz

Aan de slag
Je maakt opdracht 1 t/m 4 > Online

Klaar? Pak je leesboek

Slide 11 - Diapositive