week 49 Snelle uitleg spelling en spellingquiz

Zorg dat je startklaar bent
Nodig: pen

Telefoon en oortjes in je tas. 

Tas voorin het lokaal. 



Welkom bij
Nederlands 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Zorg dat je startklaar bent
Nodig: pen

Telefoon en oortjes in je tas. 

Tas voorin het lokaal. 



Welkom bij
Nederlands 

Slide 1 - Diapositive

Huiswerkcontrole
Taak ExamenKracht 5 dec. 
Huiswerk niet af = nablijven, houd Magister in de gaten. 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Belangrijke spellingregels herhalen
De grote spellingquiz winnen als tweetal
Alle spellingregels staan in je lesboek: pagina 199-201
Ik deel deze presentatie

Slide 3 - Diapositive

Tussenletters in samenstellingen
Samenstellingen ontstaan door twee of meer woorden aan elkaar te plakken. 

Telefoon + hoesje = telefoonhoesje
Hamburger + saus = hamburgersaus

Veel woorden kan je zonder tussenletters aan elkaar plakken.

Slide 4 - Diapositive

Tussenletters
In sommige gevallen heb je een tussenletter nodig.
Hond + hok = hondenhok
Peer + sap = perensap
Stage + plaats = stageplaats
Gedachte+gang = gedachtegang
Rood + kool = rodekool

Wanneer krijg je nou en en wanneer e?

Slide 5 - Diapositive

Tussenletters
De tussen -s schrijf je als je hem hoort.
Dorp + plein = dorpsplein
Station + weg = stationsweg

Hoor je hem in de ene samenstelling, dan komt hij in andere samenstellingen ook terug.

Stationsstraat, stationsplein, stationshal etc.

Slide 6 - Diapositive

Andere samenstellingen
Gebruik een koppelteken bij klinkerbotsing (botsing van 2 klinkers die in het Nederlands anders uitgesproken worden)
na+apen= na-apen

Gebruik een koppelteken bij samenstellingen die aan elkaar onoverzichtelijk worden.
een kant-en-klare-maaltijd





Slide 7 - Diapositive

Ronde 1
Schrijf de namen boven de opdrachten
7 minuten
Tweetallen
Tijd voorbij = pen neerleggen, anders diskwalificatie

timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

Werkwoordenezelsbruggetje
Vervang het werkwoord door lopen, dan hoor je of het:  
pvtt in de ik-vorm: loop
pvtt in de hij-vorm: loopt
pvvt: liep
voltooid deelwoord: gelopen
Gebruik dezelfde vorm van het werkwoord dat je moet vervoegen, dus pvtt ik- of hij-vorm, pvvt of vd




Slide 9 - Diapositive

Lastige werkwoorden


Gebeurt en gebeurd zijn allebei goed gespeld, maar wat is het verschil?

Slide 10 - Diapositive

Lastige werkwoorden
Gebeurt = persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
Gebeurd = is een voltooid deelwoord

Dat gebeurt vrijwel dagelijks.
Het is gisteren gebeurd.
De fietsenmaker herstelt mijn racefiets.
Afgelopen maand heeft hij mijn fiets ook al hersteld.

Slide 11 - Diapositive

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Een voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. Schrijf het dan zo kort mogelijk op. 
- Mijn opgeruimde slaapkamer ziet er weer fris uit.

Slide 12 - Diapositive

Ronde 2
Schrijf de namen boven de opdrachten
13 minuten
tweetallen
Schrijf met de groene pen die je hebt gekregen
Tijd voorbij = pen neerleggen, anders diskwalificatie

timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Meervoud
De meeste zelfstandig naamwoorden hebben een meervoud op -en
Boek --> boeken
school --> scholen
bom --> bommen

Slide 14 - Diapositive

Op -en
Soms moet je iets veranderen:
banaan
kip
boef
baas

Slide 15 - Diapositive

meervoud met 's

Zelfstandig naamwoorden die eindigen op een enkele klinker!
Bijv.: oma, menu en ego.
oma's, menu's en ego's

Bij Y: alleen 's als er voor de y een medeklinker staat
Hobby's

Slide 16 - Diapositive

Meervoud op zowel -en als -s
tractor --> tractoren en tractors
groente --> groenten en groentes
lade --> laden en lades
seconde --> seconden en secondes

Slide 17 - Diapositive

Meervoud op -ën
Woorden die eindigen op -ee
zeeën 
reeën

Slide 18 - Diapositive

Verkleinwoord+je
Als het woord eindigt op p, t, k, d, s, f 
vb: huis, kat, giraf

Slide 19 - Diapositive

Verkleinwoord+tje
- Als het woord eindigt op n of l met lange klank of sjwa (eh-klank) 
vb: banaan, lepel, kikker
- Als het woord eindigt op een klinker die lang moet klinken
+ verdubbel dan de klinker vb menu->menuutje
+ pas aan zodat de klank klopt vb taxi->taxietje
- Als het woord eindigt op é
+ verdubbel de klinker en haal het accentteken weg (café-> cafeetje)


Slide 20 - Diapositive

Verkleinwoord+'tje
- Als het woord eindigt op y, die klinkt als “ie”
vb pony->pony’tje
-Als het  een afkorting of cijfer is 
vb cd->cd’tje, A4->A4’tje

Slide 21 - Diapositive

Verkleinwoord+pje

- Als het woord eindigt op m met vooraf een lange klank 
vb boom
- Als het woord eindigt op m met vooraf sjwa (eh-klank)
vb bodem
- Als het woord eindigt op lm/rm 
vb arm, film

Slide 22 - Diapositive

Verkleinwoord+kje
- Als een woord eindigt op ing + bestaat uit meer dan één lettergreep, waarbij de hoofdklemtoon ligt voor ing 
bestelling, woning

Let op! De g vervalt en de "kje" wordt toegevoegd.

Slide 23 - Diapositive

Verkleinwoord+etje
- Als een woord eindigt op een nasale klank (m, n, ng) of l met een korte klank non, slang, bril 
- eindigt op ing + onbeklemtoonde lettergreep 
leerling, wandeling
- eindigt op r, heeft één lettergreep, korte klank 
bar, por, ster (ook samenstellingen zoals minibar) 

LET OP dat je een extra medeklinker plaatst als dat moet om de korte klank te behouden.

Slide 24 - Diapositive

Ronde 3
Schrijf de namen boven de opdrachten
7 minuten
tweetallen
Schrijf met de groene pen die je hebt gekregen
Tijd voorbij = pen neerleggen, anders diskwalificatie

timer
1:00

Slide 25 - Diapositive

Aan het begin van een zin
Aan het begin van een zin, schrijf je een hoofdletter.

Slide 26 - Diapositive

Afgebroken woord
Als een zin begint met een afgebroken woord, schrijf je het eerstvolgende volledige woord met een hoofdletter.

's Avonds liep ik naar huis. 
'k Vind dat niet normaal.  

Slide 27 - Diapositive

Namen van: 
  • Aardrijkskundige namen: Rijn, Brabant, Nederland.
  •  Merken: Coca Cola, Starbucks, Snapchat, TikTok
  • Feestdagen: Kerstmis, Pasen, Suikerfeest, Diwali.
  • Boeken en films: Zwarte Zwaan, Hongerspelen
  • Straten en steden: Klaas Voskuildreef, Den Haag
  • Historische gebeurtenissen: Tweede Wereldoorlog
  • Gebouwen: Mariakerk, Rijksmuseum
  • Volkeren: Eskimo's, Nederlanders

Slide 28 - Diapositive

Eigen namen
Eigen namen worden met een hoofdletter geschreven. 

Familie Dijkhuizen 
Jan 

Slide 29 - Diapositive

Tussenvoegsels in achternamen
Een tussenvoegsel in een achternaam krijgt alleen een hoofdletter als er géén naam of initiaal voor staat. 

Mevrouw Te Brink 
Familie El Idrissi 

Slide 30 - Diapositive

Ronde 4
Schrijf de namen boven de opdrachten
3 minuten
tweetallen
Schrijf met de groene pen die je hebt gekregen
Tijd voorbij = pen neerleggen, anders diskwalificatie

timer
1:00

Slide 31 - Diapositive

Nakijken
Geef je blaadje door naar achteren
Antwoorden verschijnen op het bord
Kijk na en zet het aantal punten eronder per ronde
Kijk na met een blauwe of rode pen. 



Slide 32 - Diapositive