1.2 Waarom koop je dat?

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
Je weet waardoor mensen verschillende behoeftes hebben.
Je kent het verschil tussen sociale beïnvloeding en commerciële beïnvloeding.
Je weet waarom fabrikanten en winkeliers reclame maken.

Slide 2 - Diapositive


Ik kies zelf mijn eigen kleding.
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz


Laat jij je weleens door iemand verleiden om iets te kopen?
A
ja, door mijn vriend(en)
B
ja, door bekende Nederlanders / artiesten / vloggers
C
ja, door mijn vriend(en) en/of door mijn ouders
D
nee, nooit

Slide 4 - Quiz


Mijn telefoon is van het merk...
A
iPhone / Apple
B
Huawei
C
Samsung
D
ander merk

Slide 5 - Quiz


Waarom juist die telefoon?

Slide 6 - Question ouverte

Behoeften verschillen
Mensen hebben verschillende behoeften. Dit heeft te maken met verschillende redenen:
leeftijd
geslacht
budget

Slide 7 - Diapositive

Invloed op jouw keuzes
Je vindt vaak dezelfde dingen leuk als jouw vrienden. Dit komt omdat de behoeftes vaak hetzelfde zijn. 
Mensen met wie je omgaat hebben invloed op wat je koopt. Dit noem je sociale beïnvloeding.

Slide 8 - Diapositive

Nog meer invloed?
Winkels en fabrikanten proberen jou over te halen iets te kopen. Dit doen ze vaak door reclame of een verkooppraatje. Dit noem je commerciële beïnvloeding.

Slide 9 - Diapositive

  • Commerciële beïnvloeding
  • Verkopers proberen invloed te hebben op jouw keuzes, bijv. door reclames
  • Sociale beïnvloeding: Meningen van familie of vrienden die jouw keuzes beïnvloeden

Slide 10 - Diapositive

Nienke wil nieuwe schoenen, want Els had vandaag op school hele leuke Fila sneakers aan...
A
Reclame
B
Commerciële Beïnvloeding
C
Sociale Beïnvloeding
D
Doelgroep

Slide 11 - Quiz

Apple betaalt een TV programma om hun product te gebruiken tijdens een aflevering
A
Reclame
B
Commerciële Beïnvloeding
C
Sociale Beïnvloeding
D
Doelgroep

Slide 12 - Quiz

Waar zou Nike liever geen reclame willen maken?
A
Amsterdam Arena
B
Op TV tijdens het 7 uur journaal
C
YouTube
D
Op een poster bij de bushalte

Slide 13 - Quiz

Waarvoor is reclame bedoeld?

Slide 14 - Question ouverte

Meer verkopen
Met reclame proberen winkels en fabrikanten je aandacht te trekken. Ze hopen dat je hun producten koopt. Ook kunnen ze korting geven.

Slide 15 - Diapositive


Ik vind reclame (op straat / YouTube, 
in games / vlogs etc.) vervelend.
A
eens
B
oneens

Slide 16 - Quiz


Ik ben bereid meer te betalen 
voor een bekend merk (A-merk).
A
eens
B
oneens

Slide 17 - Quiz


Ben jij weleens door reclame verleid?
Noem voorbeelden.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

1

Slide 20 - Vidéo

Voor wie is deze reclame bedoeld?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de doelgroep?

Slide 22 - Question ouverte

0

Slide 23 - Vidéo

Bekijk de reclame. Voor wie is de reclame gericht?
A
Kinderen tussen 3- 8 jaar
B
Kinderen tussen 10-15 jaar
C
Ouders van kinderen tussen 3-8 jaar
D
Ouders van kinderen tussen 10 -15 jaar

Slide 24 - Quiz

0

Slide 25 - Vidéo

Bekijk de reclame. Voor wie is de reclame gericht?
A
Kinderen 10-15 jaar
B
Jongeren tussen 18-30 jaar
C
Vrouwen tussen 30-50 jaar
D
Mannen tussen 50 -60 jaar

Slide 26 - Quiz

0

Slide 27 - Vidéo

Bekijk de reclame. Voor wie is de reclame gemaakt?
A
Alleenstaanden
B
Mensen met een gezin
C
Mensen die goedkope boodschappen willen
D
Mensen die kwaliteit belangrijk vinden

Slide 28 - Quiz

0

Slide 29 - Vidéo

Voor wie is de reclame gemaakt?
A
Jongeren tussen 12-16 jaar
B
Jongeren tussen 16 - 24 jaar
C
Mensen tussen 25-35 jaar
D
Ouderen

Slide 30 - Quiz