Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
H 1 Heb je dat nodig?
Les 1.2 Waarom koop je dat?
Boek blz. 14 - 19
Slide 1 - Diapositive
Nakijken
Slide 2 - Diapositive
Doel van de les
Je weet waardoor mensen verschillende behoeftes hebben.
Je kent het verschil tussen sociale beïnvloeding en commerciële beïnvloeding.
Je weet waarom fabrikanten en winkeliers reclame maken.
Je kunt met een getal percentage uitrekenen.
Slide 3 - Diapositive
Ik kies zelf mijn eigen kleding.
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Laat jij je weleens door iemand verleiden om iets te kopen?
A
ja, door mijn vriend(en)
B
ja, door bekende Nederlanders / artiesten / vloggers
C
ja, door mijn vriend(en) en/of door mijn ouders
D
nee, nooit
Slide 5 - Quiz
Mijn telefoon is van het merk...
A
iPhone / Apple
B
Huawei
C
Samsung
D
ander merk
Slide 6 - Quiz
Waarom juist die telefoon?
Slide 7 - Question ouverte
Behoeften verschillen
Mensen hebben verschillende behoeften. Dit heeft te maken met verschillende redenen:
leeftijd
geslacht
budget
Slide 8 - Diapositive
Invloed op jouw keuzes
Je vindt vaak dezelfde dingen leuk als jouw vrienden. Dit komt omdat de behoeftes vaak hetzelfde zijn.
Mensen met wie je omgaat hebben invloed op wat je koopt. Dit noem je sociale beïnvloeding.
Slide 9 - Diapositive
Nog meer invloed?
Winkels en fabrikanten proberen jou over te halen iets te kopen. Dit doen ze vaak door reclame of een verkooppraatje. Dit noem je commerciële beïnvloeding.
Slide 10 - Diapositive
Commerciële beïnvloeding
Verkopers proberen invloed te hebben op jouw keuzes, bijv. door reclames
Sociale beïnvloeding: Meningen van familie of vrienden die jouw keuzes beïnvloeden
Slide 11 - Diapositive
Nienke wil nieuwe schoenen, want Els had vandaag op school hele leuke Fila sneakers aan...
A
Reclame
B
Commerciële Beïnvloeding
C
Sociale Beïnvloeding
D
Doelgroep
Slide 12 - Quiz
Apple betaalt een TV programma om hun product te gebruiken tijdens een aflevering
A
Reclame
B
Commerciële Beïnvloeding
C
Sociale Beïnvloeding
D
Doelgroep
Slide 13 - Quiz
Waar zou Nike liever geen reclame willen maken?
A
Amsterdam Arena
B
Op TV tijdens het 7 uur journaal
C
YouTube
D
Op een poster bij de bushalte
Slide 14 - Quiz
Waarvoor is reclame bedoeld?
Slide 15 - Question ouverte
Meer verkopen
Met reclame proberen winkels en fabrikanten je aandacht te trekken. Ze hopen dat je hun producten koopt. Ook kunnen ze korting geven.
Slide 16 - Diapositive
Ik vind reclame (op straat / YouTube,
in games / vlogs etc.) vervelend.
A
eens
B
oneens
Slide 17 - Quiz
Ik ben bereid meer te betalen
voor een bekend merk (A-merk).
A
eens
B
oneens
Slide 18 - Quiz
Ben jij weleens door reclame verleid?
Noem voorbeelden.
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Wat is de doelgroep?
Slide 22 - Question ouverte
0
Slide 23 - Vidéo
Waarom is dit ook reclame?
Slide 24 - Question ouverte
0
Slide 25 - Vidéo
Bekijk de reclame. Voor wie is de reclame gericht?
A
Kinderen tussen 3- 8 jaar
B
Kinderen tussen 10-15 jaar
C
Ouders van kinderen tussen 3-8 jaar
D
Ouders van kinderen tussen 10 -15 jaar
Slide 26 - Quiz
0
Slide 27 - Vidéo
Bekijk de reclame. Voor wie is de reclame gericht?
A
Kinderen 10-15 jaar
B
Jongeren tussen 18-30 jaar
C
Vrouwen tussen 30-50 jaar
D
Mannen tussen 50 -60 jaar
Slide 28 - Quiz
0
Slide 29 - Vidéo
Bekijk de reclame. Voor wie is de reclame gemaakt?
A
Alleenstaanden
B
Mensen met een gezin
C
Mensen die goedkope boodschappen willen
D
Mensen die kwaliteit belangrijk vinden
Slide 30 - Quiz
0
Slide 31 - Vidéo
Voor wie is de reclame gemaakt?
A
Jongeren tussen 12-16 jaar
B
Jongeren tussen 16 - 24 jaar
C
Mensen tussen 25-35 jaar
D
Ouderen
Slide 32 - Quiz
Hoe bereken je korting?
Berekening:
aantal of bedrag = percentage : 100 x totaal
Op een fiets van € 350,- krijg je 15 % korting. Hoeveel is dat?
15 % : 100 x 350 = € 52,50
Slide 33 - Diapositive
7 % van € 4,50
Slide 34 - Question ouverte
75 % van € 239,-
Slide 35 - Question ouverte
Je krijgt 40 % op een paar schoenen van € 99,-. Hoeveel betaal je?