K3 Grammar recap: 4.1+4,2

Unit 4: Grammar recap: 4.1+4.2

At the end of the lesson:
- ik kan zeggen dat iets in de toekomst zal gebeuren (Future Simple en to be going to)
- ik kan zinnen in de juiste volgorde maken
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Unit 4: Grammar recap: 4.1+4.2

At the end of the lesson:
- ik kan zeggen dat iets in de toekomst zal gebeuren (Future Simple en to be going to)
- ik kan zinnen in de juiste volgorde maken

Slide 1 - Diapositive

How Food Commercials Are Made
advertisement(ad) = advertentie, reclame(geschreven of gedrukt)
commercial = reclame (op TV)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Toekomst: will + hele werkwoord
Vul in will/won't of shall+het werkwoord tussen de haakjes.
(get)               A: I forgot my phone in the kitchen.
                         B: Wait! I................................... it for you.
 
(not listen)    A: I can't stand this noise!
                          B: Ok, I ........................... to the radio here. I will go to another room.

(send)          A: Why are you buying this postcard?
                       B: ..............we.......... it to our grandparents when we are back home?












Slide 4 - Diapositive

Vul in will/won't of shall+het werkwoord tussen de haakjes.
Check your answers:
(get)               A: I forgot my phone in the kitchen.
                         B: Wait! I will get it for you.
 
(not listen)   A: I can't stand this noise!
                          B: Ok, I won't listen to the radio here. I will go to another room.

(send) A: Why are you buying this postcard?
                         B: Shall we send it to our grandparents when we are back home?
 












Slide 5 - Diapositive

 Future - toekomst (will/to be going to)

1.  I will visit Spain next summer, I hope.
2. I am going to visit Spain next summer because I have bought the tickets!

Wanneer gebruik je welke?

Check the answer here
will+hele ww gebruik je als iets in de toekomst misschien gaat gebeuren (niet zeker, spontaan)

to be going to+hele ww gebruik je als iets in de toekomst zeker gaat gebeuren(gepland)

Slide 6 - Diapositive

Toekomst: to be going to
to be going to + hele werkwoord
                            
+ I am going to run.
- I am not going to run.
? Are you going to run?
+ He is going to swim.
- He is not going to swim.
? Is he going to swim?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Met welk woord/woorden in de zinnen wordt de plaats en
 de tijd aangegeven?
1. She is going to buy a new umbrella online tomorrow.
2. I live in Ireland now.
3. We will be there in a few minutes.
4. We don't go to school on Sundays.

Slide 10 - Diapositive

Met welk woord/woorden in de zinnen wordt de plaats en
 de tijd aangegeven?
1. She is going to buy a new umbrella online tomorrow.
2. I live in Ireland now.
3. We will be there in a few minutes.
4. We don't go to school on Sundays.

Slide 11 - Diapositive

Word order - woordvolgorde

Slide 12 - Diapositive

 Zelfstandig werken 
Maken:
- formatieve toets ->jij mag je boek gebruiken. We kijken deze straks samen na.
- opdracht 'Words Step up 31-32' -> gebruik je Step up boek of Quizlet(zie Magister link)
- opdr. 13-17, blz. 19 (WB B!)

Klaar? -> Leren voor PW Unit 4: 
- woorden Unit 4, alleen 4.1 en 4.2, blz. 163
- zinnen, alleen Phrases Writing, blz. 165
- Grammatica: alleen blz. 160-161
- woorden Step up - hoofdstukken 31,32 




timer
0:25

Slide 13 - Diapositive

Kan jij zinnen in het Engels in de juiste volgorde maken (plaats,tijd)?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Weet jij hoe jij in het Engels kan zeggen dat iets in de toekomst gaat gebeuren?
(will+ww / to be going to)
0100

Slide 15 - Sondage