11.4 Het bloedvatenstelsel

11.4 Het bloedvatenstelsel
Voorkennisvragen:
1. Welke soort bloedvaten kun je benoemen?
2. Hoe noemen we de bloedvaten die van het hart af lopen?
3. Hoe noemen we het bloedvat die vanaf je darm loopt naar je lever?

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

11.4 Het bloedvatenstelsel
Voorkennisvragen:
1. Welke soort bloedvaten kun je benoemen?
2. Hoe noemen we de bloedvaten die van het hart af lopen?
3. Hoe noemen we het bloedvat die vanaf je darm loopt naar je lever?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de verschillende typen bloedvaten verschillen
Je kunt uitleggen welke route bloed loopt door het bloedvatenstelsel

Slide 2 - Diapositive

3 typen bloedvaten

Slide 3 - Diapositive

De verschillen
Slagaders
Aders
Haarvaten
Hoge bloeddruk
Laagste bloeddruk
Lage bloeddruk
Dikke elastische wand
Dunne elastische wand
1 cellaag dikke wand
Geen kleppen
Kleppen
Geen kleppen
Van het hart af
Naar het hart toe
In het weefsel (verbind slagader en ader)

Slide 4 - Diapositive

Opdracht:
Pak BINAS 84A erbij

Een rode bloedcel gaat van de haarvaten in de nieren naar de haarvaten in lever. Beschrijf de route door het bloedvatenstelsel, benoem alle slagaders, aders en hartcomponenten waar het bloedvat langskomt. 
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Bloeddruk
Tijdens het samentrekken van het hart is de bloeddruk het hoogst (Bovendruk of systolische druk)

Tijdens het ontspannen van het hart is de bloeddruk het laagst (onderdruk of diastolische druk)

Bloeddruk wordt uitgedrukt in mm Hg. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Bloeddruk neemt gestaag af

Slide 8 - Diapositive

Bloed in aders is traag
Bloed in haarvaten gaat heel traag. Waarom?

Terug naar het hart

Slide 9 - Diapositive

Voor de slimmeriken

Slide 10 - Diapositive

Werk samen met je buur:

Beschrijf drie relaties met behulp van 
84 D en leg uit waarom het een relatie 
is.

1.

2.

3.

Slide 11 - Diapositive

Leg met behulp van onderstaande diagrammen uit waarom de stroomsnelheid en bloeddruk in de haarvaten lager is dan in de slagaders.

Slide 12 - Diapositive

Weefselvloeistof
Leg met de schematische weergave en grafische weergave uit hoe weefselvloeistof ontstaat, waarom dat belangrijk is voor de getekende cellen en wat gebruikte begrippen in beide weergaven betekenen.

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag met de opgaven
34 -43

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo