Naamwoordelijk gezegde: ng
Naamwoordelijk gezegde: Alle werkwoorden in de zin + een eigenschap als het onderwerp iets
is.Let op: Een naamwoordelijk gezegde heeft nooit een lijdend voorwerp.
Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit drie delen:
1. De persoonsvorm. Vaak is dat het koppelwerkwoord: Koppelt het onderwerp aan de eigenschap. Een vorm van zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen. Het koppelwerkwoord is vaak de persoonsvorm. Die noteer je ook!
2. Het naamwoordelijk deel: De eigenschap. Wat is het onderwerp? Het naamwoordelijk deel is een bijvoeglijk naamwoord.
3. Alle andere werkwoorden: Dit kan ook een koppelwerkwoord zijn.