Oefentoets: H1 Onderzoeken en ontdekken (1kb)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Oefentoets

Hoofdstuk 1

onderzoeken en ontdekken

Na het eten zijn je maag en darmen hard aan het werk. Ze verteren het eten.

Waar zij je maag en darmen voorbeelden van?

1. ademhalingsstelsel
2. organen
3. orgaanstelsel
4. verteringsstelsel

Bij welk orgaanstelsel horen de maag en de darmen

1. beenderstelsel (skelet)
2. bloedvatenstelsel
3. verteringsstelsel
4. ademhalingsstelsel

Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
 

Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.

Beenderstelsel

verteringsstelsel

Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
 

Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.

ademhalingsstelsel

bloedvatenstelsel

Organen werken samen in een orgaanstelsel. Hieronder staan 4 organen.

Welke hoort er niet bij?

1. bloedvat
2. mond
3. neus
4. long

Mario speelt waterpolo. Zijn spieren werken hard.
Ze hebben daarvoor zuurstof nodig en stoffen uit het voedsel.

Welke orgaanstelsels werken samen zodat Mario zijn armen en benen goed kan bewegen? Zet deze orgaanstelsels in het gele vakje.

bloedvatenstelsel

hormoonstelsel

skelet

verteringsstelsel

ademhalingsstelsel

Als je hardloopt, zijn er verschillende orgaanstelsels aan het werk. Je ademhaling gaat sneller en je krijgt het warm. 

Welke organen horen bij het ademhalingsstelsel?
Zet deze organen in het gele vakje.

bloedvaten

hart

long

luchtpijp

neusholte

slokdarm

Jelly wil de meeldraden van een madeliefje bekijken. Je ziet de meeldraden in de afbeelding.

Waarmee kan ze de meeldraden het best bekijken?

1. met een loep
2. met een microscoop
3. zonder hulpmiddel

Bekijk de afbeelding van het dier.

Welke kenmerken horen bij dit dier? 

sleep deze kenmerken naar het gele vak.

2 ogen

8 armen

huid met haren

huid met zwarte vlekken

oranjerode kleur

Met een microscoop kun je hele kleine delen van organismen bekijken.

Welk onderdeel van de microscoop kan vergroten?

1. diafragma
2. lamp
3. lens
4. tafel

Jadon heeft een blad gevonden. Hij zoekt de naam op met behulp van een zoekkaart. Van welke boom is het blad? 

sleep de juiste naam naar de foto.

Amerikaanse vogelkers

beuk

esdoorn

linde

Je hebt een bijzondere plant gezien. Je wilt aan je klasgenoten vertellen hoe de plant eruit ziet.

Hoe kun je goed aangeven hoe de plant eruit ziet?

1. je doet een waarneming
2. je maakt een verslag
3. je geeft een beschrijving

Je kunt van je waarnemingen een tekening maken.

Horen de voorbeelden hieronder bij een natuurgetrouwe of bij een schematische tekening?

Sleep de voorbeelden in het juiste vakje.

Schematisch:

Natuurgetrouw:

Alle details zijn getekend

De vacht is nauwkeurig nagetekend

Laat de belangrijkste kenmerken zien

Je kunt gegevens op verschillende manieren verwerken. Bekijk de afbeelding.

Wat kun je met dit diagram weegeven?

1. aantallen
2. groei
3. percentages

Bekijk het lijndiagram van de groei van Hadassa.

Ze is benieuwd hoeveel ze gegroeid is tussen haar vijfde
en zevende verjaardag. Hoeveel centimeter is ze gegroeid?
Je hoeft alleen het getal op te schrijven.

Joshua doet onderzoek naar haarkleur van klasgenoten.

Hij heeft een lijst gemaakt met haarkleuren.

Lijst met gegevens:

• donker haar: 10
• lichtblond haar: 8
• rood haar: 2
• geverfd haar: 5

De resultaten heeft hij in een
staafdiagram gezet. Bekijk het diagram.

Welke staaf heeft hij niet goed getekend?
Zet het rode sterretje op de staaf die fout is.

Je kunt gegevens in een diagram zetten.

Wat voor een diagram gebruik je bij het verwerken van de volgende gegevens?

Sleep de gegevens naar het juiste vakje.

Lijndiagram

Staafdiagram

Aantal jonge mezen in verschillende nesten

groei van een kiemplantje

groei van een tijgerbaby tijdens de eerste weken

de hoeveelheid rupsen op verschillende planten

Een onderzoek bestaat uit een aantal delen.
Waarmee begint een onderzoek?

1. Werkwijze
2. Benodigdheden
3. Onderzoeksvraag
4. Conclusie

Onderzoekers hebben vogels geteld. Ze willen laten zien hoeveel vogels van elke soort voorkomen.
Welke soort diagram kunne n ze hier het beste voor gebruiken?

Merel wil weten of planten de lucht in de klas gezonder maken. Ze zet een maand lang een aantal grote planten in de klas. Ze houdt bij hoeveel klasgenoten moe zijn en hoofdpijn hebben.

Wat is de onderzoeksvraag bij dit onderzoek?

1. Maken planten de lucht in een klas gezonder?
2. Hoeveel planten maken de lucht gezonder?
3. Hoeveel kinderen krijgen hoofdpijn als er geen planten in het lokaal staan?
4. Hoeveel kinderen voelen zich beter als er planten in de klas staan?