Week 28, 3m

Planung
Rückblick

Wortschatz

Grammatik A und B

Theorie verarbeiten
Dienstag 5. März 2024
Herzlich Willkommen!
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Planung
Rückblick

Wortschatz

Grammatik A und B

Theorie verarbeiten
Dienstag 5. März 2024
Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Diapositive

Denke nochmal an.....

  • Jassen aan de kapstok of in je kluisje
  • Geen pet, capuchon, muts en oortjes
  • Niet naar het toilet
  • Telefoon in bak of in je kluis
  • Boek en laptop meenemen

Slide 2 - Diapositive

Hausaufgaben:
13 bis zum 15
Ab Seite 102


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wortschatz
Op de volgende slides staan een aantal vragen die te maken hebben met de woorden uit de Lernliste van Kapitel 3.

Slide 8 - Diapositive

Hoe noemen we dit in het Duits?
A
Straßenbahn
B
U-Bahn

Slide 9 - Quiz

... en dit?
A
Der Kreisverkehr
B
der Kreisel

Slide 10 - Quiz

... en dit?
A
das Gleis
B
die Ampel

Slide 11 - Quiz

... en dit?
A
die Ecke
B
die Seite
C
die Brücke
D
die Haltestelle

Slide 12 - Quiz

Wie sagt man 'instappen' auf Deutsch?
A
Einstappen
B
Eintreten
C
Einfahren
D
Einsteigen

Slide 13 - Quiz

Lernziele
In deze les leer je wat modale werkwoorden zijn.

Je leert de vertalingen van de modale werkwoorden.

Je leert de modale werkwoorden te vervoegen in de verleden tijd en toe te passen in een zin. 

Slide 14 - Diapositive

Was ist ein Modalverb?

Een modaal werkwoord  (Modalverb)
  • Modale ww geven een noodzakelijkheid, waarschijnlijkheid, mogelijkheid of wenselijkheid aan. 
  • Staat meestal samen met een infinitief (heel werkwoord) van een ander werkwoord in een zin
  •  Verandert de betekenis van het werkwoord dat in de infinitief staat

Slide 15 - Diapositive

Heb je dat in het Nederlands ook?
Ja, kijk maar:
'hij eet' -> zegt iets over wat hij op het moment doet.
'hij wil eten' -> hier verandert het werkwoord 'willen' de betekenis van 'eten' en de zin: het is zijn wens iets te eten.
'hij kan eten' -> hier net zo: hij kan eten, maar moet niet.

'willen' en 'kunnen' zijn voorbeelden van modale werkwoorden.


Slide 16 - Diapositive

Modalverben auf Deutsch:

Slide 17 - Diapositive

Also dies sind ...

  • dürfen   (= mogen)
  • können (= kunnen)
  • mögen (= lusten, lekker vinden, houden van, leuk vinden)
  • müssen (= moeten als noodzaak)
  • wollen  (= willen)
  • wissen (= weten - geen modaal ww, maar net zo vervoegd)

Slide 18 - Diapositive

Vervoeging modale werkwoorden
Stam + t met daarachter de uitgang

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Sleepvraag
Wat is de vertaling van de werkwoorden.


Slide 22 - Diapositive

kunnen
willen
mogen
moeten (kan niet anders)
weten
können / konnten
dürfen / durften
wissen / wussten
müssen / mussten
wollen / wollten

Slide 23 - Question de remorquage

Grammatik A: können, müssen, dürfen
Seite 107
/konden
/moesten
/mochten

Slide 24 - Diapositive

Grammatik B, Seite 109
/wilden
/wisten

Slide 25 - Diapositive

Präteritum
(wollen) Ich ______ nach Hause gehen.
A
wollte
B
willte
C
wollt
D
willt

Slide 26 - Quiz

Präteritum
(können) Wir ______ es uns kaum vorstellen!
A
können
B
könnten
C
konnen
D
konnten

Slide 27 - Quiz

Präteritum
(dürfen) ______ du in die Disko gehen?
A
dürftest
B
darftest
C
durftest
D
darfst

Slide 28 - Quiz

Präteritum
(wissen) ______ er, dass die letzte Stunde ausfiel?
A
wisste
B
wusste
C
weißte
D
weiß

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Niet eten, slokje drinken mag. 
Niet door de klas heenlopen!
timer
4:30

Slide 31 - Diapositive

Selbständig arbeiten
Machen:
Aufgabe 17 bis zum 24 (am liebsten im Buch)
Ab Seite 106

Fertig? 
Slim Stampen oder
Flexopdracht



Slide 32 - Diapositive

Hausaufgaben
Lernen:
Grammatik A und B , Seite 107 und 109
Slim stampen E minimaal 75%

Machen:
Grammatik
Aufgabe 17 bis zum 25 (Ab Seite 106)

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Slide 36 - Diapositive

Fragen zur Logo!
-Worum geht es?
-Ist das eine gute Nachricht?
-Was ist in deinen Augen das Besondere an dem Bericht?

Slide 37 - Diapositive