5vwo, 10.2 Elektrische energie

10.2 Elektrische Energie
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare school

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

Éléments de cette leçon

10.2 Elektrische Energie

Slide 1 - Diapositive

Je leert
  • wat elektrische energie is en hoe je daarmee kunt rekenen.
  • hoe elektrische energie wordt omgezet in kinetische energie 
  • de eenheid electronvolt
Toepassingen:
  • röntgenbuis
  • lineaire versneller.

Slide 2 - Diapositive

Video
Hoe werken röntgenstralen?
Hoe werkt een röntgenbuis?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Er ontstaat röntgenstraling als elektronen
A
versneld worden
B
met hoge snelheid op een blok metaal botsen
C
gekoeld worden
D
elektrisch geladen worden

Slide 6 - Quiz

De elektronen worden versneld in een elektrisch veld
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Het rendement van de energie-omzetting is bij een röntgenbuis
A
laag
B
hoog
C
ongeveer 50%

Slide 8 - Quiz

Video
CERN
Lineaire versneller

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Het elektron wordt versneld
A
in de buizen
B
tussen de buizen
C
in en tussen de buizen

Slide 12 - Quiz

Een elektron bevindt zich tussen buis 1 en 2. Dan is buis 1 .... ten opzichte van buis 2
A
negatief
B
positief
C
neutraal

Slide 13 - Quiz

Een elektron bevindt zich tussen buis 1 en buis 2. Buis 1 is dan negatief en buis 2 positief.
Als het elektron uit buis 2 komt en naar buis 3 gaat komt is buis 2 ....
A
negatief
B
positief
C
neutraal

Slide 14 - Quiz

De buizen worden steeds langer omdat de
A
tijd in een buis steeds groter wordt
B
snelheid steeds groter wordt bij gelijke tijd
C
spanning steeds groter wordt

Slide 15 - Quiz

Video

Versnellen in elektrische velden tot 2:24

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Er staat 6,0 V over een lampje. Bereken de hoeveelheid omgezette energie als er een lading van 0,25 C door het lampje loopt.
A
dat hangt af van de stroomsterkte
B
1,5 J
C
24 J

Slide 18 - Quiz

U = 6,0 V
Q = 0,25 C
E = Q * U = 0,25 * 6 = 1,5 J

Slide 19 - Diapositive

Als een lading in een vacuümbuis versneld wordt tot hogere snelheden
A
blijft de elektrische energie gelijk
B
neemt de elektrische energie toe
C
neemt de elektrische energie af

Slide 20 - Quiz

Video

Versnellen in elektrische velden
van 2:24 tot 5:40

Slide 21 - Diapositive

0

Slide 22 - Vidéo

Als een proton vanaf stilstand versneld wordt over een spanning van 2,0 V zal de elektrische energie
A
met 2,0 J afnemen
B
met 2,0 J toenemen
C
met 3,2*10^-19 J afnemen
D
met 3,2*10^-19 J toenemen

Slide 23 - Quiz

Als een proton vanaf stilstand versneld wordt over een spanning van 2,0 V zal de kinetische energie
A
met 2,0 J afnemen
B
met 2,0 J toenemen
C
met 3,2*10^-19 J afnemen
D
met 3,2*10^-19 J toenemen

Slide 24 - Quiz

Video

Versnellen in elektrische velden
vanaf 5:40

Slide 25 - Diapositive

0

Slide 26 - Vidéo

Een ion met een lading van +e wordt versneld over een spanning van 20 kV. Bereken de toename van Ek.
A
20 keV
B
20 kV
C
20 kJ

Slide 27 - Quiz

Een ion met een lading van +2e wordt versneld over een spanning van 25 kV. Bereken de toename van Ek.
A
25 keV
B
50 keV
C
12,5 keV

Slide 28 - Quiz

Potentiële energie hangt af van de plaats van het deeltje in een elektrisch veld.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Je hebt geleerd
  • wat elektrische energie is
  • en hoe je daarmee kunt rekenen: E = q * V
  • hoe elektrische energie wordt omgezet in kinetische energie 
  • de eenheid electronvolt
  • Toepassingen: röntgenbuis en lineaire versneller.

Slide 30 - Diapositive

Huiswerk
Paragraaf 10.2 
Opgaven 9, 10, 11, 12 en 15

Slide 31 - Diapositive