Paragraaf 2.4 Blessures

Paragraaf 2.4 Blessures
2.4 - Blessures
Startopdracht:
Start je laptop op, ga naar its learning vak Bi- kijk je antwoorden 2.3 na.
Klaar? Lees de theorie van 2.4.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2.4 Blessures
2.4 - Blessures
Startopdracht:
Start je laptop op, ga naar its learning vak Bi- kijk je antwoorden 2.3 na.
Klaar? Lees de theorie van 2.4.

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al over blessures?

Slide 2 - Carte mentale

Opdracht:
Blessure= beschadiging aan bot, spier, gewricht

Zoek de informatie over de leerdoelen op.
We verdelen 
spier
bot
gewricht
Leerdoelen 2.4:
- Je kunt uitleggen wat een blessure is en in welke situatie blessures ontstaan
- Je kunt de verschillende blessures bij botten, gewrichten en spieren beschrijven
- Je kunt uitleggen hoe je blessures voorkomt. 
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Blessures
Beschadigingen aan bot, gewricht of spier.
Kan ook ontstaan door overbelasting.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Botblessure
Botten kunnen breken
Verholpen door operatie of door te zetten
Dit is afhankelijk van hoe ernstig de breuk is


Slide 7 - Diapositive

Botblessure
Botten kunnen breken
Verholpen door operatie of door te zetten
Dit is afhankelijk van hoe ernstig de breuk is

Zetten: arts 'zet' de botdelen tegen elkaar zoals ze horen, en verbind dat deel van je lichaam met gips. Hierdoor kunnen de botdelen niet bewegen, en groeien ze weer aan elkaar.

Slide 8 - Diapositive

Gewrichtsblessure
Ontwrichting - Gewrichtsknobbel schiet uit gewrichtskom; gewrichtskapsel en -banden rekken hierdoor uit
Verstuiking - gewrichtsband rekt uit doordat een gewricht te ver door buigt (voorbeeld: dubbelgeklapte enkel)

Slide 9 - Diapositive

Knieblessures
Meniscus blessure - meniscus kan scheuren: voetbalknie. Vocht in de knie, hierdoor minder buigzaam. Verholpen door slijpen of verwijderen van de meniscus
Knieband/kruisband blessure - Gewrichtsband scheurt in of af, hierdoor wordt het gewricht minder stevig.

Slide 10 - Diapositive

Spierblessure
Bij gebruik spieren vindt verbranding plaats. Wat is verbranding ook alweer?

Slide 11 - Diapositive

Wat is de formule van verbranding?
A
Water + glucose -> energie + zuurstof + koolstofdioxide
B
zuurstof + glucose -> energie + koolstofdioxide + water
C
Glucose + koolstofdioxide -> energie + water + zuurstof
D
Water + koolstofdioxide -> energie + glucose + zuurstof

Slide 12 - Quiz

Spierpijn
De afvalstoffen die overblijven na verbranding blijven in de spier hangen en moeten worden afgevoerd. Dit gebeurt door het stromen van bloed.

Soms blijven afvalstoffen achter, omdat ze niet snel genoeg kunnen worden afgevoerd

Slide 13 - Diapositive

Spierblessure
Spierpijn - Achtergebleven afvalstoffen in de spieren
Spierkramp - Een grote ophoping van afvalstoffen. Hierdoor wordt de spier hard en/of trekt plotseling samen
Spierscheur - Kan ontstaan door met kramp de spier blijven aanspannen. Kan ook plotseling ontstaan (Zweepslag)

Slide 14 - Diapositive

Spierblessure
Kneuzing - Geknapte spiervezel of bloedvat (dit laatste zie je als blauwe plek)

Voor alle spierblessures geldt: rustig aan doen en koelen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Blessures voorkomen
Beschermende kleding - helm, scheenbeschermer, enz.
Intapen - Gewricht omwikkelen met linnen band. 'Extra gewrichtsbanden', helpt met extra stevigheid
Warming-up
Cooling-down

Slide 17 - Diapositive

Blessures voorkomen
Warming-up - Spieren opwarmen, bloed gaat stromen, bloedvaten worden breder -> afvalstoffen kunnen beter weg tijdens intensief trainen

Slide 18 - Diapositive

Blessures voorkomen
Cooling-down - Spieren blijven actief, hierdoor stroomt bloed beter en kunnen resterende afvalstoffen beter weg. Hierdoor voorkom je spierpijn of kramp

Slide 19 - Diapositive

Voordelen van sport
Sterkere botten
Minder kans op blessures (je traint namelijk je botten, gewrichten en spieren)
Betere weerstand (dus minder snel ziek)

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag
  • Maak de opdrachten van 2.4
  • Maak een samenvatting of mindmap
  •  Succes!

Volgende les moet je paragraaf 4 kennen en begrijpen: zie leerdoelen. 
timer
15:00

Slide 21 - Diapositive

Een botbreuk moet altijd geopereerd worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Wat is een blessure aan het gewricht?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek

Slide 23 - Quiz

Wat is geen knieblessure?
A
Afgescheurde kruisband
B
Gescheurde meniscus
C
Knieschijf kneuzing
D
Ingescheurde knieband

Slide 24 - Quiz

Wie heeft sneller een botbreuk?
A
baby
B
puber
C
bejaarde
D
kleuter

Slide 25 - Quiz


De lichaamshouding hiernaast is goed
A
Waar
B
Niet waar
C
Weet ik niet
D
Voor jongeren wel, voor ouderen niet

Slide 26 - Quiz

Extra oefenmateriaal
Zie volgende dia

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien