2. Maatschappelijke problemen

Wat is maatschappijleer?

2. Maatschappelijke problemen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat is maatschappijleer?

2. Maatschappelijke problemen

Slide 1 - Diapositive

Dikke mensen zijn gezellig
A
Feit
B
Mening
C
Vooroordeel

Slide 2 - Quiz

Bob vindt Patrick een toffe gozer! [Is dit een feit, mening of vooroordeel?]
A
Vooroordeel
B
Mening
C
Feit

Slide 3 - Quiz

Voor een goede mening moet je:
A
de feiten kennen, argumenten gebruiken
B
vooroordelen gebruiken

Slide 4 - Quiz

Elke dag verse groente is gezonder dan elke dag patat
A
Feit
B
Mening
C
Vooroordeel

Slide 5 - Quiz

Problemen
Ruzie met je ouders of een lekke band zijn persoonlijke problemen, maar geen maatschappelijke problemen. Voorbeelden van maatschappelijke problemen zijn:
- drugsgebruik.
- discriminatie.
- criminaliteit.
- files.

Slide 6 - Diapositive

Noem verschillende persoonlijke problemen

Slide 7 - Carte mentale

Maatschappelijk probleem?

Slide 8 - Diapositive

Wat is geen maatschappelijk probleem?
A
Discriminatie
B
Lekke fietsband
C
Werkeloosheid
D
Vandalisme

Slide 9 - Quiz

Als 10 mensen de griep hebben is dit een persoonlijk probleem maar een griepepidemie is een maatschappelijk probleem
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Wat is geen kenmerk van een maatschappelijk probleem?
A
Er zijn verschillende meningen over
B
Grote groepen mensen zijn betrokken
C
Het betreft een aantal mensen voor wie het probleem heel groot is
D
De overheid is nodig voor een oplossing

Slide 11 - Quiz

Buren hebben ruzie met elkaar over een schutting. is dit een maatschappelijk probleem?
A
Ja want zij hebben verschillende meningen
B
Nee, want de overheid bemoeit zich er mee.
C
Nee, want het gaat niet om grote groepen mensen

Slide 12 - Quiz

Macht
De mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden

Hierbij maak je gebruik van machtsmiddelen, zoals: functie, beroep, kennis, aanzien, geweld, aantal, geld of overtuigingskracht

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn de machtsmiddelen van de politie?
A
Geweld
B
Overtuigingskracht
C
Aanzien of status
D
Functie / Beroep

Slide 14 - Quiz

Gedrag van anderen beïnvloeden....
A
Dilemma
B
Belangen
C
Waarde
D
Macht

Slide 15 - Quiz