Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
blok 3 Over Taal en Grammatica blok 4
OVER TAAL blok 3
1 / 40
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
40 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
OVER TAAL blok 3
Slide 1 - Diapositive
opdr. 26
Welk woord is nu nog
lastig?
Slide 2 - Carte mentale
opdr. 27
Welk woord is nu nog lastig?
Slide 3 - Carte mentale
absent - aanwezig
Deze twee zijn
A
synoniemen.
B
antoniemen.
Slide 4 - Quiz
belangrijk en onbelangrijk
zijn
A
synoniemen
B
antoniemen
Slide 5 - Quiz
belangrijk en relevant
dit zijn twee
A
synoniemen
B
antoniemen
Slide 6 - Quiz
Geef een voorbeeld van
een samenstelling.
Slide 7 - Carte mentale
Geef een voorbeeld van
een afleiding.
Slide 8 - Carte mentale
boekentas
is een
A
samenstelling
B
afleiding
Slide 9 - Quiz
tv-programma
is een
A
samenstelling
B
afleiding
Slide 10 - Quiz
Hardenberger
is een
A
samenstelling
B
afleiding
Slide 11 - Quiz
12-jarig
is een
A
samenstelling
B
afleiding
Slide 12 - Quiz
bloempje
is een
A
samenstelling
B
afleiding
Slide 13 - Quiz
bakkerij
A
samenstelling
B
afleiding
Slide 14 - Quiz
hartelijk
A
samenstelling
B
afleiding
Slide 15 - Quiz
Geef de vergrotende en overtreffende
trap van
zwaar
Slide 16 - Question ouverte
Geef de vergrotende en overtreffende
trap van logisch
Slide 17 - Question ouverte
Geef de vergrotende en overtreffende trap van
goed
Slide 18 - Question ouverte
Geef de vrouwelijke afleiding van het beroep
docent
Slide 19 - Question ouverte
Geef de vrouwelijke afleiding
van het beroep
buschauffeur
Slide 20 - Question ouverte
GRAMMATICA
blok 4
Slide 21 - Diapositive
Hoeveel zinsdelen heeft de volgende zin?
Heel veel mensen uit Nederland gaan volgende week in Oostenrijk skiën.
Slide 22 - Question ouverte
Hoeveel zinsdelen heeft de volgende zin?
Gisteravond heb ik expres haar mobieltje op haar kamer verstopt.
Slide 23 - Question ouverte
Wat is wwg in deze zin:
Heel veel mensen uit Nederland gaan volgende week in Oostenrijk skiën.
Slide 24 - Question ouverte
Wat is het wwg in de onderstaande zin?
De muziekleraar heeft alle leerlingen een eigen lied laten schrijven.
Slide 25 - Question ouverte
Wat is het ow in de onderstaande zin?
De muziekleraar heeft alle leerlingen een eigen lied laten schrijven.
Slide 26 - Question ouverte
Wat is het wwg in de onderstaande zin?
Leggen jullie Maartje en Mila vanmiddag de wiskundesommen uit?
Slide 27 - Question ouverte
Wat is het ow in de onderstaande zin?
Leggen jullie Maartje en Mila vanmiddag de wiskundesommen uit?
Slide 28 - Question ouverte
Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
Voor het eind van de week moet je het verslag over de bladeren bij mij inleveren.
Slide 29 - Question ouverte
Wat is het wwg?
Voor het eind van de week moet je het verslag over de bladeren bij mij inleveren.
Slide 30 - Question ouverte
Wat is het ow?
Voor het eind van de week moet je het verslag over de bladeren bij mij inleveren.
Slide 31 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp? Wie/wat + wwg + ow
Voor het eind van de week moet je het verslag over de bladeren bij mij inleveren.
Slide 32 - Question ouverte
Wat is het lv in de onderstaande zin? Wie/wat + wwg + ow
De muziekleraar heeft alle leerlingen een eigen lied laten schrijven.
Slide 33 - Question ouverte
Wat is het lv in de onderstaande zin? Wie/wat + wwg + ow
Leggen jullie Maartje en Mila vanmiddag de wiskundesommen uit?
Slide 34 - Question ouverte
Wat is het lv in de onderstaande zin? Wie/wat + wwg + ow
Gisteravond heb ik expres haar mobieltje op haar kamer verstopt.
Slide 35 - Question ouverte
Zit er een lijdend voorwerp in de zin?
In de nauwe straat kon de buschauffeur de bus nauwelijks parkeren.
Slide 36 - Question ouverte
Zit er een lijdend voorwerp in de zin?
Heel veel mensen uit Nederland gaan volgende week in Oostenrijk skiën.
Slide 37 - Question ouverte
Zit er een lijdend voorwerp in de zin?
Volgens Eefje moet de hoed terugkomen in het Nederlandse straatbeeld.
Slide 38 - Question ouverte
Zit er een lijdend voorwerp in de zin?
Trek jij tijdens carnaval echt een plastic jurk aan?
Slide 39 - Question ouverte
Wat is het wwg, ow en lv in de zin? Zet de antwoorden onder elkaar.
Fleur stuurde tijdens het fietsen een berichtje aan haar moeder.
Slide 40 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Les 5 (21 september 2024)
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Ontdek de wereld van zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsleer - herhalen
Avril 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
W6 - zinsleer
Février 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
WWG en NWG
Mars 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Thema 3 - Les 2 - WWG en NWG
Février 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
WWG en NWG
Janvier 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L17 Zinsdelen
Mars 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs