Les 7 Medicijngebruik

Doelen les 
De student kent de regel van 5
De student kent  de verschillende vormen van medicatie
De student kent de werking van verschillende medicatie
De student kent de naamgeving van medicatie
De student kent de toedieningsvormen van medicatie
De student kent de risico's van medicatie 
De student kent vier verschillende wetten welke gekoppeld zijn aan medicatieveiligheid
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Doelen les 
De student kent de regel van 5
De student kent  de verschillende vormen van medicatie
De student kent de werking van verschillende medicatie
De student kent de naamgeving van medicatie
De student kent de toedieningsvormen van medicatie
De student kent de risico's van medicatie 
De student kent vier verschillende wetten welke gekoppeld zijn aan medicatieveiligheid

Slide 1 - Diapositive

Welke medicatie ken je al?

Slide 2 - Carte mentale

Check jij altijd de datum als jij een paracetamol neemt?
Ja
Nee

Slide 3 - Sondage

Ken jij de regel van 5 bij medicatietoediening ?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Waarvoor heb jij wel
eens medicatie gebruikt?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Diapositive

Soorten medicatie , kun je er voorbeelden bij noemen ?
Medicijnen in vloeibare vorm 
Medicijnen in vaste vorm
Medicijnen in poedervorm en pleisters 
Medicijnen met een verlengde werking 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Medicijnen hebben vaak drie soorten namen:

Chemische naam of soortnaam: de chemische naam verwijst naar de groep medicijnen waartoe dit medicijn behoort op basis van de chemische samenstelling. Een voorbeeld van een dergelijke naam is de groep benzodiazepine.
Stofnaam of generieke naam: de stofnaam verwijst naar het werkzame bestanddeel van het middel. Stofnamen van medicijnen uit dezelfde groep lijken vaak op elkaar. Zo eindigen medicijnen uit de groep benzodiazepines meestal op ‘pam’, bijvoorbeeld oxazepam of diazepam.
Merknaam of handelsnaam: de merknaam is de beschermde naam van de producent. Een merknaam begint met een hoofdletter en wordt gevolgd door het teken ®. Het teken ® betekent dat het een merknaam is die in Nederland is geregistreerd. Voor diazepam is dit bijvoorbeeld: Valium® of Stesolid®.

Slide 11 - Diapositive

Op welke manieren kun je medicatie toedienen? Heb je er voorbeelden bij ?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Welke risico's hebben medicijnen?
Welke ken je al?

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Diapositive

Ken jij al wetten welke te maken hebben met medicatieveiligheid?
Ja
Nee

Slide 16 - Sondage

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Terugkomen op doelen van deze les 
De student kent de regel van 5
De student kent  de verschillende vormen van medicatie
De student kent de werking van verschillende medicatie
De student kent de naamgeving van medicatie
De student kent de toedieningsvormen van medicatie
De student kent de risico's van medicatie 
De student kent vier verschillende wetten welke gekoppeld zijn aan medicatieveiligheid

Slide 21 - Diapositive