les 4 H7 Formuleren paragraaf 4 (dat/als constructie)

Formuleren H4 


Wat is hier fout en waarom?
'Op die manier zouden sommige grote talenten van Google de toegang tot de VS ontzegd worden.'
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Formuleren H4 


Wat is hier fout en waarom?
'Op die manier zouden sommige grote talenten van Google de toegang tot de VS ontzegd worden.'

Slide 1 - Diapositive

Deze les:

  1. Terugblik incongruentie
  2. Nakijken opdracht B, C, D, E over verwijswoorden en 
  3. A en B over incongruentie
  4. Uitleg dat/als-constructies

Slide 2 - Diapositive

Formuleren H4 



  • Persoonsvorm: zouden (staat die in het goede getal?)
  • Gezegde: zouden ontzegd worden

  • Het onderwerp lijkt 'sommige grote talenten van google' 
  • Is dit ook het onderwerp? Kan je er 'aan' voor zetten?

'Op die manier zouden sommige grote talenten van Google de toegang tot de VS ontzegd worden.'

Slide 3 - Diapositive

Formuleren H4 




'Op die manier zouden aan sommige grote talenten van Google de toegang tot de VS ontzegd worden.'

Verander de zinsvolgorde voor meer inzicht.
'Op die manier zouden sommige grote talenten van Google de toegang tot de VS ontzegd worden.'

Slide 4 - Diapositive

Formuleren H4 




'Op die manier zouden aan sommige grote talenten van Google de toegang tot de VS ontzegd worden.'
'De toegang tot de VS zou(den) aan sommige grote talenten van Google ontzegd worden.'  Staat de persoonsvorm in de goede vorm?
'Op die manier zouden sommige grote talenten van Google de toegang tot de VS ontzegd worden.'

Slide 5 - Diapositive

Formuleren H4 




  • Verbetering:
    De toegang tot de VS zou (aan) sommige grote talenten van Google...
  • Verbeter incongruentiefouten door de persoonsvorm in de goede tijd te zetten.
'Op die manier zouden sommige grote talenten van Google de toegang tot de VS ontzegd worden.'

Slide 6 - Diapositive

Nakijken boekje formuleren blz. 9 opdracht C

  1. Het lekkerste wat (overtreffende trap)
  2. Iets wat (onbepaald voornaamwoord)
  3. Het mooiste wat (overtreffende trap)
  4. Het boek dat (niet een van de drie wat-regels)
  5. Alles wat (onbepaald voornaamwoord)
  6. …. wat soms… (verwijst naar hele zin)
  7. Het meisje dat (niet een van de drie wat-regels)
  8. Het nieuws dat (niet een van de drie wat-regels)
  9.  … wat altijd… (verwijst naar hele zin)
  10.  … wat niet… (verwijst naar hele zin)


Slide 7 - Diapositive

Nakijken boekje formuleren blz. 9 opdracht D

  1. hun kamer (bezittelijk)
  2. hun (mv zonder vz)
  3. van hen (mv met vz)
  4. Hun (bezittelijk)
  5. voor hen (mv met vz)


Slide 8 - Diapositive

Nakijken boekje formuleren blz. 9, 10 opdracht E

  1. met wie
  2. waarvan/waarover
  3. met wie/over wie
  4. met wie/waarmee
  5. waarvan
  6. waarop
  7. waarmee
  8. met wie
  9. waarop
  10. waarin




Onthoud:
-Personen is altijd [vz + wie]
-Al het andere is altijd [waar + vz]

Slide 9 - Diapositive

Nakijken boekje formuleren blz. 10 opdracht F

  1. ...over wie nog nooit iemand... (personen)
  2. ze Fiens/Emma’s blonde haren
  3. hem = het (het boek > onzijdig)
  4. het leukste wat (overtreffende trap)
  5. De familie Van Oranje heeft al haar 
  6. ..., wat heel leuk is. (verwijst terug naar een hele zin)




Slide 10 - Diapositive

Nakijken boekje formuleren blz. 11 opdracht A

  1. groepje > ev > verzorgde
  2. De leerlingen van de examenklassen ... iets gevraagd > ev > werd
  3. De meerderheid > ev > is
  4. Media > mv > spreken
  5. De vijftien mensen >  mv > hebben
  6. Spannende fantasyserie > ev > is




Slide 11 - Diapositive

Nakijken boekje formuleren blz. 12 opdracht B

  1. verder zal toenemen (het gebruik = ev)
  2. ontstaat (een hoop = ev)
  3. stellen (de media = mv)
  4. heeft (1000 liter dieselolie = ev)
  5. beschermde (de politie = ev) en let op: verleden tijd




Slide 12 - Diapositive

Dat/als-constructie
1. Mijn moeder beweert dat als ik niet elke week mijn kamer opruim het een zwijnenstal wordt.
2. Mijn broertje denkt dat als hij stil en lief zit te spelen mijn vader hem langer op laat blijven.

Hoe los je dit op?

Slide 13 - Diapositive

Dat/als-constructie
1. Mijn moeder beweert dat als ik niet elke week mijn kamer opruim het een zwijnenstal wordt.
2. Mijn broertje denkt dat als hij stil en lief zit te spelen mijn vader hem langer op laat blijven.

Hoe los je dit op? Zet de voorwaarde achteraan (als)

Slide 14 - Diapositive

Dat/als-constructie
1. Mijn moeder beweert dat als ik niet elke week mijn kamer opruim het een zwijnenstal wordt.
1. Mijn moeder beweert dat het een zwijnenstal wordt, als ik niet elke week mijn kamer opruim.

Hoe los je dit op? Zet de voorwaarde achteraan
(...dat bladiebla, als bladiebla)

Slide 15 - Diapositive

Dat/als-constructie
2. Mijn broertje denkt dat als hij stil en lief zit te spelen mijn vader hem langer op laat blijven.
2. Mijn broertje denkt dat mijn vader hem langer op laat blijven, als hij stil en lief zit te spelen.

Hoe los je dit op? Verplaats de voorwaarde naar achteren (als)

Slide 16 - Diapositive

Andere varianten van dezelfde fout:
...(om)dat als...
(om)dat wanneer...
...omdat indien...
...zodat als...
...zodat wanneer...

Slide 17 - Diapositive

Maak het werkblad
We kijken het eerste stukje zo na.
Na opdracht 1, maak je opdracht 2. Dit zijn echt moeilijke puzzels. Je mag er max. 3 overslaan.

Slide 18 - Diapositive