Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Basisstof 2 De lever
Slide 1 - Diapositive
Basisstof 3 De lever
Je kunt de bouw, werking en functies van de lever beschrijven en je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever (homeostase)
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Welke ader brengt zuurstofarm en voedselrijk bloed naar de lever?
A
Leverader
B
Poortader
C
Leverslagader
D
Deurader
Slide 14 - Quiz
Hoe wordt hepatitius niet overgedragen?
A
Sperma
B
Vaginaal Vocht
C
Speeksel
D
Bloed
Slide 15 - Quiz
Wat doet gal?
A
Vet druppels vergroten
B
Vet druppels verkleinen
C
Vet verwijderen
D
Vet maken.
Slide 16 - Quiz
Wat is geen functie van de lever
A
Gal opslaan
B
Gal maken
C
Ontgiften
D
Afvalstoffen uit je bloed halen
Slide 17 - Quiz
Glucose
Glycogeen
Glucose
Glycogeen
Insuline
glucagon
Slide 18 - Question de remorquage
Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon
Slide 19 - Question de remorquage
Hoeveelheid suiker in het bloed
Hormoon dat ervoor zorgt dat glucose wordt omgezet in glycogeen
Ziekte door problemen bij de productie van en/of reactie op insuline
Belangrijkste suiker in het bloed
Reservestof die wordt opgeslagen in de lever en spieren
Hormoon dat glycogeen wordt omgezet in glucose
glucosegehalte
insuline
diabetes
glucose
glucagon
glycogeen
Slide 20 - Question de remorquage
Functies van de lever:
De lever kan voedingsstoffen zoals eiwitten omzetten in .....
glycogeen
gal
ureum
alchol, drug en medicijnen
de lever kan schadelijke stoffen zoals ............... afbreken
de lever breekt overtollige eiwitten af, bij dit proces ontstaat ...........
De lever produceert ......... en dit helpt bij het afbreken van vet.
De lever kan de glucosegehalte op pijl houden door ................ om te zetten naar glycogeen