Cette leçon contient 31 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
PROGRAMMA
Check startklaar
Welkom
Planning
Investeer in jezelf-werk
Terugblik
Wat ga je leren?
Instructie
Aan de slag: keuze
Evaluatie + reflectie
Slide 1 - Diapositive
Be all you can be!
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Terugblik
Eerste wiskundeles
Kennismaking wiskundeboek
Startgevoel bij wiskunde
In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde
Slide 4 - Diapositive
Lineaire grafiek =
een rechte lijn
Vloeiende kromme =
een gebogen grafiek
Leerdoel:
Ik weet wat een lineaire grafiek is.
Ik weet wat een gebogen grafiek is (vloeiende kromme).
Slide 5 - Diapositive
Leerdoel:
Ik weet wat een horizontale grafiek is.
horizontale grafiek = een lineaire grafiek
Slide 6 - Diapositive
Is het een lineaire grafiek of een gebogen grafiek?
Leerdoel:
Ik kan een lineaire grafiek bij een tabel tekenen.
Ik kan een gebogen grafiek bij een tabel tekenen.
Slide 7 - Diapositive
Leerdoel:
Ik zie of een grafiek snel of langzaam daalt of stijgt of constant blijft.
Slide 8 - Diapositive
Leerdoel:
Ik kan de informatie uit een tabel en grafiek aflezen.
Voedsel kan buiten de koelkast snel bederven. Dat komt doordat het aantal bacteriën snel groeit bij hogere temperatuur. Het aantal bacteriën in een schaaltje yoghurt staat in de tabel. Bij de tabel is een grafiek getekend.
Na hoeveel uren zitten er 200 bacteriën in de yoghurt als deze buiten de koelkast wordt bewaard?
Slide 9 - Diapositive
Lineaire grafiek
Lineair verband
Leerdoelen:
Ik weet wat een lineair verband bij een formule betekent.
lengte = 20 - 5 x tijd
Hierin is de lengte in centimeter
en de tijd in uren.
Lineaire formule
Per uur gaat er 5 cm vanaf.
Bij het branden van een kaart horen:
rechte lijn
Slide 10 - Diapositive
Variabelen zijn:
- inkomsten in €
- tijd in uren
Hoeveel verdient Karin als zij zes uren werkt?
- berekening
- conclusie
Leerdoel:
Ik kan de variabelen in een formule aangeven.
Slide 11 - Diapositive
Wat is het begingetal?
begingetal = vast bedrag
Stijg- of daalgetal?
Leerdoel:
Ik kan het stijg- en daalgetal in een formule aangeven.
Ik kan het begingetal in een formule aangeven.
begingetal + of -
stijggetal/daalgetal x
reiskosten, voorrijkosten of onkostenvergoeding)
Slide 12 - Diapositive
Wat is het begingetal?
Stijg- of daalgetal?
Leerdoel:
Ik kan het stijg- en daalgetal in een formule aangeven.
Ik kan het begingetal in een formule aangeven.
begingetal + of -
stijggetal/daalgetal x
Slide 13 - Diapositive
Leerdoel
Ik kan zonder tabel een lineaire grafiek tekenen bij een formule.
1. Zet bij het begingetal een stip.
2. Kijk welk getal het grootst is op de horizontale as.
3. Bereken dat getal in de formule.
4. Zet daar ook een stip.
5. Teken een rechte lijn tussen de stippen.
Slide 14 - Diapositive
QUIZ 4
Stijggetal en daalgetal berekenen
Blijf 3 keer per week oefenen, zodat je het in jouw lange termijngeheugen komt.
Slide 15 - Diapositive
Terugblik
Eerste wiskundeles
Kennismaking wiskundeboek
Startgevoel bij wiskunde
In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde
Slide 16 - Diapositive
Wat is het begingetal? 15
Wat is het stijggetal? 3
- Zoek 2 punten op de grafiek die je goed kunt aflezen en maak een driehoek.
- In 10 weken komt er 30 kg bij. Dus in 1 week is dat 30 : 10 = 3 kg.
Schrijf de formule op.
gewicht in kg = 15 + 3 x leeftijd in weken
Leerdoel
Ik kan een stijggetal of daalgetal berekenen.
Slide 17 - Diapositive
Wat is het begingetal? 200
Wat is het daalgetal? 3
- Zoek 2 punten op de grafiek die je goed kunt aflezen en maak een driehoek.
- In 50 seconden gaat er 150 m af. Dus in 1 seconde is dat 150 : 50 = 3 m.