Lastige werkwoordsvormen -d of -dt?

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom 2F

Volg het stappenplan

1. Telefoon in de telefoontas

2. Boek en schrift op tafel.

3. Vraag: Wanneer schrijf je een werkwoord met -dt?

Wat gaan we doen?

Leerdoel: Ik kan aan het einde van de les werkwoorden met -d/-dt goed spellen.

Hoe gaan we dat bereiken:

1. Inventariseren wie de fictie-opdracht nog moet inleveren

2. Nakijken: opdracht 1/m 6 koppelteken en weglatingsstreepje

3. Uitleg werkwoordspelling: Stappenplan werkwoordspelling.

4. Oefenen werkwoordspelling

5. Huiswerk: opdracht: 1, 2, 4, 5, 6.

6. Controleren leerdoel en vooruitblikken op de volgende les

Stappenplan werkwoordspelling

Ga naar bladzijde 272 voor een schema werkwoordspelling.

Dit nemen we door.

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: De boot (glijden) in het water.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: (aanvaarden) jij de volgende opdracht?

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: Joshua (bepalen) de indeling van de teams.

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: Mick (switchen) van profiel.

Instructie huiswerk

1. Maken: opdracht 1,2,4,5,6 op bladzijde 100+101

Leren: Bladzijde 270 t/m 272

2. Begin met opdracht 5. Daar geef ik een instructie over.

3. Je werkt de eerst 5 minuten alleen.

4. Blijf ingelogd in LessonUp.

Benoem het leerdoel van vandaag

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: (vinden) jij de lessen Nederlands ook zo ingewikkeld?