examentraining Nederlands

examentraining Nederlands
dinsdag 25 april

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

examentraining Nederlands
dinsdag 25 april

Slide 1 - Diapositive

planning
- bespreken SE-G
- bespreken artikel/zakelijke mail
- oefenen zakelijke mail/brief

Slide 2 - Diapositive

SE-G: leesvaardigheid

vraag 2: 
Een tekst kan worden ingeleid door:
1. de mening van de schrijver van het artikel te noemen.
2. het onderwerp van de tekst kort weer te geven.
3. een samenvatting vooraf van de tekst te schrijven.
4. de aanleiding te noemen tot het schrijven van de tekst.
Hoe wordt het onderwerp van deze tekst in de alinea's 1 en 2 ingeleid?

A. door 1 en 2

B. door 2 en 3

C. door 2 en 4

D. door 3 en 4


Slide 3 - Diapositive

vraag 3:

Wat is de aanleiding voor de schrijver om deze tekst te schrijven?

vraag 4:
Wat is het voornaamste doel van de schrijver met deze tekst?

A. de lezer aansporen iets te doen
B. de lezer informeren
C. de lezer overtuigen van zijn mening
D. Tegenover de lezers gevoelens tot uitdrukking brengen

vraag 5

Een synoniem voor het woord 'vooraanstaand' (r.6) is:

A. intelligent
B. gezaghebbend
C. nieuwsgierig
D. voordringend

Slide 4 - Diapositive

vraag 8:

Wat is het verband tussen de volgende zinnen uit alinea 4?
[1] Enerzijds zou het leiden tot zomers zonder al te grote problemen.
[2] Maar in de herfst zou het virus heftig de kop opsteken.

A. zin [1] en [2] vormen een opsomming.
B. zin [1] en [2] vormen een tegenstelling.
C. zin [1] geeft een voorbeeld bij de informatie uit zin [2].
D. zin [2] is een uitwerking van zin [1].
vraag 10

Een schrijver van een artikel kan gebruikmaken van:
1 feiten
2 een eigen mening
3 een mening van anderen

Waarvan maken de schrijvers in dit artikel gebruik?
A. alleen 1 en 2
B. alleen 1 en 3
C. alleen 2 en 3
D. 1, 2 en 3

Slide 5 - Diapositive

vraag 11
Een schrijver kan een tekst op verschillende manieren afsluiten:

A. door een aanbeveling te doen.
B. door een conclusie te trekken.
C. door een samenvatting te geven.
D. door een toekomstverwachting te geven.
E. door een waarschuwing te geven.

Welke manier is terug te vinden in de laatste alinea?
vraag 13
Een tekst kan op verschillende manieren worden ingeleid. Welke manier wordt in alinea 1 gebruikt om de tekst in te leiden?

A. Er wordt een voorbeeld gegeven bij het onderwerp van de tekst.
B. Er wordt uitgelegd waar de tekst over gaat.
C. De schrijver geeft zijn mening.
D. Er wordt een anekdote verteld. 

Slide 6 - Diapositive

samenvatten
hoofdzaken:
- herkennen: belangrijkste zaken uit een tekst halen.
- onderscheiden: vergelijken van delen van een tekst met een samenvattende inhoud.
- ordenen: hoofdzaken in een logische volgorde kunnen zetten.

- meerkeuzevragen
- volgordevragen
- invulvragen
- korte open vragen





Slide 7 - Diapositive

- hoofdgedachte zelf samenvatten in enkele woorden;
- welk antwoord vat de tekst het beste samen (meerkeuze);
- welke zinnen moeten wel en niet gebruikt worden in een samenvatting;
- rijtje ordenen zodat er een juiste samenvatting ontstaat.

werkwijze:
1. lees de vraag en de tekst goed.
2. eerste en laatste zin van een alinea bevatten belangrijke informatie.
3. let op signaalwoorden
4. onderstreep belangrijke delen van de tekst. 

Slide 8 - Diapositive

zakelijke mail
1. (e-mailadres ontvanger)
2. onderwerp
3. Geachte heer, mevrouw,
4. inleiding
5. middenstuk
6. slot
7. afsluitende zin
8. Met vriendelijke groet,
9. voornaam en achternaam

bijlagen: attachement

zakelijke brief
1. eigen gegevens
2. gegevens ontvanger
3. plaats en datum 
4. (betreft:)
5. Geachte heer, mevrouw, 
6. inleiding
7. middenstuk
8. slot
9. Afsluitende zin
10. Met vriendelijke groet,
11. voornaam en achternaam
12. (bijlage(n))

Slide 9 - Diapositive

artikel:
- tijdschrift, krant, website
- richten tot meerdere personen
- schrijfdoel: informeren, overtuigen, activeren
- publiek is bekend; taalgebruik aanpassen

kenmerken:
- pakkende, niet te lange titel
- inleiding, middenstuk, slot
- alinea- indeling
- witregels tussen de tekstdelen
opbouw:
1. titel
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot
5. voornaam en achternaam

let op
- schrijf je artikel in de volgorde: inleiding, middenstuk, slot
- sommige artikelen hebben geen slot (nieuwsberichten).
-let op de samenhang: gebruik signaalwoorden, verwijswoorden en tussenkopjes.

Slide 10 - Diapositive

oefenen: examenbundel

zakelijke mail: blz. 204 - 205

of 

artikel: blz. 228

Slide 11 - Diapositive