5.1 Zouten, namen en formules

5.1 - Namen en formules


Hoe worden zouten gevormd?
Ionsoorten leren kennen
Namen en formules van zouten opstellen
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolMBOhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

5.1 - Namen en formules


Hoe worden zouten gevormd?
Ionsoorten leren kennen
Namen en formules van zouten opstellen

Slide 1 - Diapositive

Programma
10:45
toets bespreking
vraag 1 t/m7
1t/4 a staat letterlijk in Binas
morgen herkansing
12:00 praktijktoets voorbereiding kelder

Slide 2 - Diapositive

periode 1, 2 en 3 
telefoon misbruik.
vanaf nu geen telefoon meer in de les,
ook geen oortjes 
tenzij zelfstandig werken
mensen die de stof beheersen aparte aanpak

Slide 3 - Diapositive

lesstof blijft niet plakken 
digitale benadering werkt niet
zelf meeschrijven
geen andere vakken, tijdens de les
beter plannen
wat werkt wel?

Slide 4 - Diapositive

wie denkt zelf de stof te beheersen?

Slide 5 - Question ouverte

schrijf de samengestelde ionen in je schrift en maak een foto

Slide 6 - Question ouverte

zouten
wat gebeurt er als je de samengestelde ionen niet herkent?

dan krijg ik bullshit antwoorden als Magnesiumstikstoftrizuurstof gggggggrrrrr

Slide 7 - Diapositive

we werken in Lessonup; MAAR!
de vragen en antwoorden worden in een schrift genoteerd
ga ik te snel dan hoor ik dat,
en daarna geupload

waarom?

Slide 8 - Diapositive

omdat ?
A
er anders niet geleerd wordt?
B
jullie andere dingen gaan doen?
C
geen idee
D
ik weet het echt niet

Slide 9 - Quiz

geef de verhoudingsformule van Koper(II)sulfide

Slide 10 - Question ouverte

geef de verhoudingsformule van
koper(I)sulfaat

Slide 11 - Question ouverte

geef de verhoudingsformule
van magnesiumnitraat

Slide 12 - Question ouverte

hoe bepaal je of een zout oplost?
vb koper(I)nitraat

Slide 13 - Question ouverte

je mengt een oplossiong van magnesiumjodide met een oplossing van lood(II)nitraat. geef de reactievergelijkingen. zonder tribune ionen

Slide 14 - Question ouverte

je mengt een oplossing van Aluminiumbromide en barietwater
geef eventuele neerslagen v

Slide 15 - Question ouverte

jarosiet
wat is de lading van Fe

Slide 16 - Question ouverte

wanneer is NaCO2 gehalte hoger bij verweren of vervloeien.
denk aan formule met mstof

Slide 17 - Question ouverte

natriumsulfaat is mogelijk verontreinigd met natriumSulfiet
hoe toon je dit aan?

door er een onder oplosbaar zout bij te doen, ja duh welke ionen?

Slide 18 - Question ouverte

geleid 
electriciteit
geleid
geen elektriciteit
moleculaire stof (aq) 
metalen(s)
metalen(l)
zouten(s)
zouten (aq)
zouten(l)
moleculaire stof (s)

Slide 19 - Question de remorquage

ZOUTEN
MOLECULAIRE STOFFEN
Zout
Moleculaire stof
NaI
CuO
NH3
Methaan (CH4
KF
NaCl

Slide 20 - Question de remorquage

ion of geen ion ?
A
ion
B
geen ion

Slide 21 - Quiz

Een ion is ......
A
Een deeltje zonder lading
B
Een deeltje met evenveel protonen als neutronen
C
Een deeltje met een lading
D
Een deeltje met evenveel protonen als elektronen

Slide 22 - Quiz

Vorming van een zout
  • Atoommodel van Bohr: protonen en
    neutronen in kern, elektronen in schillen eromheen.
  • Valentie-elektronen zijn elektronen
    in de buitenste schil.
  • Edelgasconfiguratie: 8 elektronen
    in buitenste schil. 

Slide 23 - Diapositive

Vorming van een zout
  • Na heeft 1 valentie-elektron
  • Wordt zelf Na+-ion

  • Cl heeft 7 valentie-elektronen.
  • Wilt er nog 1 voor edelgasconfiguratie
  • Wordt zelf Cl- -ion

Slide 24 - Diapositive

Vorming van een zout
  • Metaal en een niet-metaal
  • Ionen die ontstaan trekken elkaar aan: ionbinding
  • Ionen zitten in een ionrooster

Slide 25 - Diapositive

Enkelvoudige ionen
  • Enkelvoudige ionen bestaan uit
    1 atoomsoort

  • Er bestaan atoomsoorten met verschillende ion-ladingen. Dit wordt aangeven met Romeinse cijfer: goud(I)-ion of goud(III)-ion.

Slide 26 - Diapositive

Enkelvoudige ionen
  • In de naamgeving eindigen negatieve ionen op -ide.

Slide 27 - Diapositive

Samengestelde ionen
  • Samengestelde ionen bestaan uit twee of meer verschillende atoomsoorten bestaan.
  • Binas tabel 66B.

Slide 28 - Diapositive

Enkelvoudige ion
Samengesteld ion
Na+
Cl-
OH-
S2O32-
Br-
Mg2+
NH4+

Slide 29 - Question de remorquage

Naamgeving van een zout
  • Systematische naam:
      Naam van het positieve ion + naam van het negatieve ion.
      Let daarbij op eventuele Romeinse cijfers
  • bijv: ijzer(III)chloride of aluminiumoxide

  • Triviale naam: Binas tabel 66A
      Samengestelde ionen 66B
  • bijv: fluoriet ( = calciumfluoride)

Slide 30 - Diapositive

Wat is de rationale naam van waterglas?

Slide 31 - Question ouverte

Wat is de formule van
het hypochloriet-ion?

Slide 32 - Question ouverte

Verhoudingsformule van een zout
  • Zout is zelf altijd neutraal: NaCl, KCl, FeCl3, MgF2,....
     Komt door de verhouding positieve en negatieve ionen.

  • Verhoudingsformule van ijzer(III)chloride:
  • Fe3+ en Cl-:      1 Fe3+  en     3 Cl-    maakt de verhouding neutraal.
  • Verhoudingsformule; FeCl3
  • Ladingen van ionen te vinden in Binas tabel 40A
  • Let op haakjes bij samengestelde ionen: Al(NO3)3

Slide 33 - Diapositive

Geef de verhoudingsformule voor
aluminiumoxide

Slide 34 - Question ouverte

Geef de verhoudingsformule voor kaliumsulfide

Slide 35 - Question ouverte

Geef de verhoudingsformule voor kaliumcarbonaat

Slide 36 - Question ouverte