Klaar voor het tweede jaar?
1 / 35
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is de Romeinse naam voor de Hera?
A
Venus
B
Minerva
C
Juno
D
Ceres
Slide 3 - Quiz
Wie is de oppergod?
A
Juppiter
B
Neptunus
C
Pluto
D
Uranus
Slide 4 - Quiz
Geef de Latijnse naam van de god van de onderwereld.
Slide 5 - Question ouverte
Welke Griekse letter wordt er gebruikt om een 'k' te schrijven
A
De khi
B
De kappa
C
De ksi
D
Een k-klank bestaat niet in het Grieks
Slide 6 - Quiz
Welke letter is GEEN klinker in het Grieks?
A
Èta
B
Iota
C
Gamma
D
Alfa
Slide 7 - Quiz
Schrijf het Griekse woord in ons alfabet op: γραμματικὸς.
Slide 8 - Question ouverte
Naar welk gebouw gaan de Romeinen om te sporten?
A
De thermen
B
Het Circus Maximus
C
Het Colosseum
D
De tempel
Slide 9 - Quiz
Naar welk gebouw gaan de Romeinen om te bidden tot de goden?
A
De thermen
B
Het Circus Maximus
C
Het Colosseum
D
De tempel
Slide 10 - Quiz
Naar welk gebouw gaan de Romeinen om de wagenrennen te zien?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Welke woorden horen samen?
Sleep ze naar de juiste plaats.
Nominatief
Genitief
Datief
Vina
Amicis
Corporis
Rebus
Amica
Templi
Slide 13 - Question de remorquage
Welke woorden horen samen?
Sleep ze naar de juiste plaats.
Monere
Tegere
Capere
Manere
Dicere
Interficere
Terrere
Fugere
Slide 14 - Question de remorquage
Welke woorden horen samen?
Sleep ze naar de juiste plaats.
Indicatief
Infinitief
Imperatief
Auditis
Duc
Occidere
Cogitant
Sentire
Tacete
Slide 15 - Question de remorquage
Slide 16 - Diapositive
Wat zie je op de foto?
Antwoord in één woord.
Antwoord in één woord.
Slide 17 - Question ouverte
Wat zie je op de foto?
Antwoord in één woord.
Antwoord in één woord.
Slide 18 - Question ouverte
Wat zie je op de foto?
Antwoord in één woord.
Antwoord in één woord.
Slide 19 - Question ouverte
Welke god is dit?
Antwoord met de Latijnse naam.
Antwoord met de Latijnse naam.
Slide 20 - Question ouverte
Welke god is dit? Geef de Latijnse naam.
Slide 21 - Question ouverte
In welke stad vind je dit gebouw?
Slide 22 - Question ouverte
Wie is dit?
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Diapositive
Zet het woord δένδρον om naar ons alfabet.
Slide 25 - Question ouverte
Zet het woord γυναικὸς om naar ons alfabet.
Slide 26 - Question ouverte
Zet het woord ἔξοδος om naar ons alfabet.
Slide 27 - Question ouverte
Zet het woord τιμὴ om naar ons alfabet.
Slide 28 - Question ouverte
Zet het woord εἶναι om naar ons alfabet.
Slide 29 - Question ouverte
Zet het woord ἐὰν om naar ons alfabet.
Slide 30 - Question ouverte
Zet het woord ὕδρευμα om naar ons alfabet.
Slide 31 - Question ouverte
Zet het woord ἀνεψήσθη om naar ons alfabet.
Slide 32 - Question ouverte
Zet het woord βασιλε̣ὺ̣ς om naar ons alfabet.
Slide 33 - Question ouverte
Zet het woord ἄνθρωπος om naar ons alfabet.
Slide 34 - Question ouverte
Jouw mening: Wat vond je het leukste bij Latijn?
Woordjes
Grammatica: naamwoorden
Grammatica: werkwoorden
Cultuur
Creatieve opdrachten
