Oren uitspuiten

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
mthMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo



Standaard  oorspuit

Slide 16 - Diapositive




Automatische oorspuit

Slide 17 - Diapositive



Elektrische oorspuit

Slide 18 - Diapositive



Loopoor kinderen 

Slide 19 - Diapositive

Verschillende trommelvliezen 

Slide 20 - Diapositive

Waar begin je mee, voordat je de oren uitspuit?
A
Je kijkt met otoscoop alleen in het oor waar je gaat spuiten.
B
Je kijkt met otoscoop in beide oren. Je begint bij het oor met klachten.
C
Je kijkt met otoscoop in beide oren. Je begint bij het oor zonder klachten.
D
Je spuit gelijk in het oor met klachten.

Slide 21 - Quiz

Bij een gat in het trommelvlies kan je de oren uitspuiten.
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Bij het uitspuiten van je oren spuit de arts je trommelvlies open zodat het oorsmeer weg kan.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Als je de oren van een patiënt gaat uitspuiten kijk je met de otoscoop alleen in het oor met klachten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Rommelen in het oor met wattenstokje veroorzaakt Cerumen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Hoe heet een blijvende piep of suisgeluid in de oren?
A
Cerumen
B
Nystagmus
C
Tinnitus
D
vertigo

Slide 26 - Quiz

Hoeveel graden moet het water zijn waarmee je de cerumenlavage uitvoert?
A
40 graden
B
37 graden
C
39 graden
D
Per patiënt verschillend

Slide 27 - Quiz

Cerumen is het Latijnse woord voor
A
aambeeld
B
hamer
C
oorsmeer
D
stijgbeugel

Slide 28 - Quiz

9 Dit is een:
A
Cerumenhaak
B
Cerumenlus
C
Oogbeitel
D
Oogguts

Slide 29 - Quiz

In het oor bevinden zich:
aambeeld, hamer
A
cerumen
B
cochlea
C
vestibulum
D
stijgbeugel

Slide 30 - Quiz

Vragen?

Slide 31 - Carte mentale