H1: 1.1 Een nieuw vak Kader 2

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 1 Nask
Benodigheden
- laptop
- JDW-map
- (Rekenmachine) 
- Pen


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Kader 2!
Ga zitten en start met:

Ga verder met de voorkennis-opdrachten. 




Jas over je stoel

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H1 Natuur en scheikunde
1.1 Een nieuw vak
1.2 Onderzoeken
1.3 Practicum
1.4 Meten

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesprogramma
  1. Nova digitale boek koppelen
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Zelfstandig aan de slag
  6. Nabespreking
  7. Afsluiting 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 1.1 Een nieuw vak
  1. - Je kunt beschrijven waar het vak nask over gaat
  2. - Je kunt uitleggen wat een natuurverschijnsel is.
  3. - Je kunt beschrijven waar het vak biologie over gaat.
  4. - Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na Sk
Wat gebeurd er om je heen?
  • Bij bellen
  • Bij Bliksem
  • Spijkers die roesten

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurverschijnsel
Een natuurverschijnsel is iets bijzonders dat gebeurt in de natuur en dat niet door mensen komt.

Een ander woord voor natuurverschijnsel is natuurfenomeen.
Bij nask leer je hoe deze natuurverschijnselen werken.

Geef voorbeelden van een natuurverschijnsel in Nederland


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologie/ nask
Biologie:
Een vak dat gaat over de levende natuur

Wat is de levende natuur?
- Gaat over mensen, dieren en planten

Nask gaat over de niet-levende natuur.
Het verschil is dus biologie gaat over levende natuur
en nask gaat over niet-levende natuur.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je doet het licht aan als het donker wordt, is dit NaSk of Biologie?
A
NaSk
B
Biologie

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit voor verschijnsel?
(Bliksem)
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuur- en scheikunde gaat over natuur-verschijnselen. Wat zijn natuur-verschijnselen?
timer
0:30
A
planten om je heen
B
dieren om je heen
C
dingen die gebeuren in de natuur
D
planten en dieren om je heen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen
Wat zijn stoffen?
  • Stof betekent: waarvan het gemaakt is.

  • Materiaal: Een stof die de mens gebruikt om een product van te maken.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een materiaal

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen veranderen: 2 manieren
  1. Een stof verandert van toestand (kan je omkeren) = natuurkunde.
  2. Een stof verandert in een andere stof (kan je niet meer omkeren) = scheikunde.

Bijvoorbeeld:
  • je hebt stof water. Water bevriest en wordt ijs. ijs kan terug veranderen naar water als je het verwarmt. Dit is dus natuurkunde.

  • Je hebt hout als stof. Je gaat hout verbranden tot as. Je kan van as geen hout maken dus kan niet terug gedraaid worden. Dit is dus scheikunde.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie
Verandering van stoffen:
  • Toestand
Water wordt ijs wanneer het bevriest en ijs wordt weer water als het smelt.  Je kunt het weer terug veranderen. (Natuurkunde)
  • Totaal andere stof
Wanneer je hout verbrand, wordt het as. Dit kun je niet meer terug veranderen. (Scheikunde)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie (uitleg)
Veranderingen
  • Stoffen in de wetenschap kunnen veranderen. 
  • Als je een staaf metaal verhit dan smelt deze.
  • Als je water heel koud maakt bevriest het.
  • Als je hout verbrand dan verandert het in houtskool.

Sommige veranderingen zijn permanent, andere tijdelijk.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit voor verschijnsel?
(Roest)
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenopgave 1
Zijn de volgende uitspraken waar of niet waar?

A. Natuurverschijnselen zijn dingen die gebeuren in zowel de natuur als door de mens

B. Economie is een natuurwetenschap

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenopgave 2
Bij welke natuurwetenschap horen de volgende verschijnselen?
A. Een magneet trekt ijzer aan

B. Een zonnebloem wordt heel snel groot

C. Bij het barbecueën wordt houtskool verbrand

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen materiaal?
A
Zout
B
Hout
C
staal
D
Koper

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat veranderd er als een stof van toestand veranderd
A
zijn vorm
B
Zijn kleur
C
Zijn Fase
D
Zijn humeur

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

waar hoort goud laat smelten om het in een mal te gieten en er een ring van te maken bij?
A
Natuurkunde
B
scheikunde

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!

Maak Opdracht:  
1 t/m 10 van paragraaf 1.1

Je mag samenwerken!
rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nabespreken 
Antwoorden opdrachten

Slide 25 - Diapositive

Wetenschap is het opdoen van kennis en deze toepassen.
Natuurwetenschappers kijken naar de natuurlijke wereld, en nemen verschijnselen waar. En proberen die te verklaren en te voorspellen.
Ze doen ONDERZOEK en ontdekken zo nieuwe dingen over de natuur om ons heen.
Techniek wordt gebruikt om die kennis in uitvindingen toe te passen

Verschil Natuurkunde en Scheikunde: tijdelijk en blijvende veranderingen: Je kan het niet meer terug krijgen in de oude staat.
Eigenlijk IS scheikunde ook natuurkunde, maar dan specifiek gericht op stoffen en hoe die met elkaar reageren DUS een blijvende verandering


Welke vraag vond je makkelijk?

Slide 26 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vraag vond je lastig?
Dan gaan we die nabespreken

Slide 27 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
We weten:
  1. - Je kunt beschrijven waar het vak nask over gaat
  2. - Je kunt uitleggen wat een natuurverschijnsel is.
  3. - Je kunt beschrijven waar het vak biologie over gaat.
  4. - Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik snap de leerdoelen:
- Je kunt beschrijven waar het vak nask over gaat
- Je kunt uitleggen wat een natuurverschijnsel is.
- Je kunt beschrijven waar het vak biologie over gaat.
- Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen

A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:

1. Maak de opdrachten af, 1 t/m 10
2. Lees paragraaf 1.2 Onderzoeken

Dank voor jullie aandacht!

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond je de les Nask vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions