Spelling 5.5

Lekker lezen
:-)
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lekker lezen
:-)

Slide 1 - Diapositive

Programma van de week
- Spelling 5.5 
- Herhalen woorden 5.3
- PO 4: Anne Frank


Slide 2 - Diapositive

Doelen 5.5 spellen?
- Ik weet wat ik aan de spellingcontrole in Word heb.
- Ik weet wanneer ik tussenletters gebruik.
- Werkwoordspelling: herhaling vd
- Ik kan de dicteewoorden correct spellen.

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk/Theorie 1
- Gezamenlijke start met 20 dicteewoorden
- Spellingcontrole in Word: doornemen/bespreken theorie

Slide 4 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk: spelling 5.5 
- Mk spelling 5.5 opdracht 3 +4
- Klaar? Herhalen leren woorden 4.3 en 5.3
Als je het gemakkelijk vindt, kun je de set op quizlet gebruiken, hier zitten de woorden van 6.3 ook al bij in: link 

Slide 5 - Diapositive

Huiswerk: wat ga ik zelf nog herhalen/oefenen
- Opdrachten af?
- Woorden leren? Dicteewoorden herhalen?
- Boek uit?


Slide 6 - Diapositive

Huiswerk/Theorie 2
- Uitleg PO Anne Frank
- Uitleg tussenletter(s) en uitzonderingen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welke fouten herkent de spellingcontrole in Word niet?

Slide 11 - Question ouverte

Spelling 5.5 Tussenletters in samenstellingen


Samenstelling?                              
Tussenletter?            


Slide 12 - Diapositive

Tussenletters -s-
  • Schrijf in een samenstelling een tussen-s als je die hoort, of als je die in vergelijkbare woorden hoort:
  • jacobsschelp (het is immers ook jacobsladder
  • Stationsstraat (stationsklok)
  • Valentijnsdag


Slide 13 - Diapositive

Tussenletters -en-
  • Hoofdregel: Als het eerste woord alleen een meervoud heeft op -en, gebruik je -en- als tussenletters.
  • Bananendoos
  • Schoenenwinkel
  • Kippensoep


Slide 14 - Diapositive

Tussenletters -en-, uitzonderingen
Het linkerdeel 
  • is geen zelfstandig zelfstandig naamwoord: huilebalk, brekebeen.
  • heeft geen meervoud: rijstepap
  • heeft een meervoud op -s of kan een meervoud op -s of -n hebben: gedachtesprong, gemeentepolitiek
  • is samen met het rechterdeel een versterkend bn: beresterk
  • is uniek: zonnescherm, maneschijn (maan)
  • vormt samen met het rechterdeel een versteende samenstelling: bakkebaard

Slide 15 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk
- Spellen 5.5: Mk opdracht 5 t/m 7 + nakijken

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk
Opdrachten gemaakt? Theorie begrepen en geleerd en geoefend? Doelen behaald?

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk/Theorie 3
Opdracht Anne Frank

Slide 18 - Diapositive

Met of zonder tussen 'n'?
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 19 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
Koninginnedag
B
Koninginnendag

Slide 20 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
ziektenkiem
B
ziektekiem

Slide 21 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
beregoed
B
berengoed

Slide 22 - Quiz

Je schrijft een tussen-n als...
A
het linkerdeel van het woord eindigt op -en
B
het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is
C
het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is en eindigt op -en
D
Geen van bovenstaande antwoorden is goed

Slide 23 - Quiz

Met of zonder tussen 'n'?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 24 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
gedaanteverwisseling
B
gedaantenverwisseling

Slide 25 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
rodekool
B
rodenkool

Slide 26 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
aspergensoep
B
aspergesoep

Slide 27 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 28 - Quiz

Aan het werk
Mk uit je lesboek blz. 225 opdracht 1 t/m 6 + nakijken

Slide 29 - Diapositive

Doelen behaald?

Slide 30 - Diapositive

Huiswerk

Slide 31 - Diapositive