Voorkennis syndromen GHZ

Voorkennis syndromen GHZ
De studenten activeren hun voorkennis met betrekking tot de volgende syndromen:
1: Het syndroom van Down;
2: Het syndroom van Rett;
3: Het Prader-Willi syndroom;
4: Het fragiele X-syndroom
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
VerpleegkundeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Voorkennis syndromen GHZ
De studenten activeren hun voorkennis met betrekking tot de volgende syndromen:
1: Het syndroom van Down;
2: Het syndroom van Rett;
3: Het Prader-Willi syndroom;
4: Het fragiele X-syndroom

Slide 1 - Diapositive

Het syndroom van Down ontstaat door
A
Een chromosoom nr 21
B
Twee chromosomen nr 21
C
Drie chromosomen nr 21
D
Vier chromosomen nr 21

Slide 2 - Quiz

Wat zijn uiterlijke kenmerken van het syndroom van down?
A
Veel haar
B
Ondergewicht
C
Lange vingers en tenen
D
Een grote tong

Slide 3 - Quiz

Iemand met syndroom van Down heeft meer kans op vervroegde veroudering
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Hoe wordt het RETT syndroom overgeerfd?
A
X-chromosomaal
B
Y-chromosomaal
C
XX-chromosomaal
D
Autosomaal

Slide 5 - Quiz

Welke van de volgende uitspraken over het syndroom van Rett is juist?
A
Het komt alleen voor bij jongens
B
Het wordt veroorzaakt door een extra kopie van het X-chromosoom
C
Het treft zowel jongens als meisjes, maar komt vaker voor bij meisjes
D
Het heeft geen invloed op de ontwikkeling van spraak en motoriek.

Slide 6 - Quiz

Wat zijn typische kenmerken van het syndroom van Rett?
A
Lage spierspanning, overmatig eten en een vertraagde groei
B
Ongebruikelijke gelaatstrekken, communicatieprobleem en repetitief gedrag
C
Verlies van vaardigheden, handwringen en ademhalingsproblemen
D
Vertraagde taalontwikkeling, sociale angst en intellectuele beperkingen

Slide 7 - Quiz

Wat zijn kenmerken van Prader-Willi syndroom?

Slide 8 - Carte mentale

Wat is de oorzaak van het Prader-Willi syndroom?
A
Een extra kopie van chromosoom 21
B
Een mutatie in het MECP2-gen
C
Een deletie van een klein stukje van chromosoom 15
D
Een mutatie van het FMR1-gen

Slide 9 - Quiz

Wat zijn typische kenmerken van het Prader-Willi syndroom?
A
Lage spierspanning, overmatig eten en vertraagde groei
B
Ongebruikelijke gelaatstrekken, communicatieprobleem en repetitief gedrag
C
Hyperactiviteit, impulsiviteit en aandachtsproblemen
D
Verminderde pijngevoeligheid, slaapproblemen en motorische stoornissen

Slide 10 - Quiz

Hoe kan het Prader-Willi syndroom worden behandeld?
A
Met medicatie
B
Met chirurgie
C
Met gedragstherapie en dieetmanagement
D
Er is geen effectieve behandeling voor het Prader-Willi syndroom

Slide 11 - Quiz

Welke van de volgende uitspraken over het fragiele X-syndroom is juist?
A
Het komt alleen voor bij meisjes
B
Het wordt veroorzaakt door een extra kopie van het X-chromosoom
C
Het treft zowel jongens als meisjes, maar komt vaker voor bij jongens
D
Het heeft geen invloed op de cognitieve vaardigheden van individuen

Slide 12 - Quiz

Wat zijn typische kenmerken van het fragiele X-syndroom?
A
Lage spierspanning, overmatig eten en een vertraagde groei.
B
Ongebruikelijke gelaatstrekken, communicatieprobleem en repetitief gedrag
C
Hyperactiviteit, impulsiviteit en aandachtsproblemen
D
Vertraagde taalontwikkeling, sociale angst en intellectuele beperkingen

Slide 13 - Quiz