Betoog lessenserie (klein)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wat is een betoog?

een tekst waarbij de schrijver/verteller zijn (lezers)publiek wil overtuigen

Opzet twee lessen mediatheek

- Maak gebruik van de stelling en argumenten die je hebt ingeleverd. 

- Ieder lid van het tweetal gaat een betoog schrijven, (eentje is voor de stelling, de ander is tegen!)

Richtlijnen betoog:

• Vul voor je begint het schrijfplan zo volledig mogelijk in, zie Nieuw Nederlands.
• Dit is een goede basis voor je uiteindelijke betoog.

Titel:

Zorg ervoor dat de titel aanspreekt, nieuwsgierig maakt en aansluit bij de tekst.
Daarom is het vaak makkelijker om je titel pas aan het eind te verzinnen!

INLEIDING:

Laat hier een of meer van de volgende functies terugkomen:
1. de belangstelling wekken
2. introduceer het onderwerp en/of breng de hoofdgedachte naar voren
3. kondig aan hoe de tekst is opgebouwd
4. noem de aanleiding
5. stem de lezer (of luisteraar) welwillend

INLEIDING (vervolg)

Maak je inleiding pakkend met een van onderstaande manieren:
1. stel een of meer directe vragen
2. doe een uitspraak in de vorm van een stelling, gevolgd door een vraag.
3. stel een retorische vraag
4. kies een verrassende / uitdagende/ shockerende/ sarcastische openingszin
5. vertel een anekdote

MIDDENSTUK:

• Verdeel het in vier alinea's (ongeveer gelijke lengte)
• Laat in elke alinea een argument aan bod komen
• Licht dit argument toe met voorbeelden, onderzoeksresultaten, citaten van deskundigen, etc.

Argumenten:

Gebaseerd op:
1. een feit
2. ervaring
3. vergelijking
4. autoriteit
5. nut of gewenst gevolg
6. ongewenst gevolg
7. veronderstelling
8. moraal
9. emotie

LET OP:

Objectieve argumenten zijn meestal veel betrouwbaarder dan subjectieve!

SLOT:

• In de laatste alinea trek je je conclusie.
• Dit geef je aan met een signaalwoord.
• Doe eventueel een oproep of aanbeveling!

SLOT (vervolg)

Je kunt kiezen voor een 'uitsmijter' als laatste zin, zodat jouw tekst beter blijft hangen bij de lezer.
Doe dit alleen als je zin ook echt geschikt is, dus ergens op slaat!

OOK NOG BELANGRIJK:

• Let op spelling en interpunctie.
• Controleer dit altijd, loop elke zin goed door.
• Als je mensen, tijdschriften of kranten citeert, geef dan altijd de juiste bronvermelding tussen haakjes

Verbinden van alinea's:

Je kunt alinea's als volgt met elkaar verbinden:
1. met een signaalwoord
2. door een herhaling
3. door een overgangszin met een verwijswoord
4. door een aankondigende of terugblikkende zin

LET OP:

wissel deze manieren wel af!

Alinea's (vervolg)

• In je laatste alinea (de vierde) van het middenstuk behandel je een tegenargument met een weerlegging.
• Zorg ervoor dat deze sterk is!
• Jouw weerlegging moet blijven hangen bij de lezer.
• Maak duidelijk dat je een tegenargument gaat noemen, bv. door een aankondigende zin of signaalwoorden.