11. 9 okt: Literatuur (les 1)

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4

Op tafel:
Map/schrift, pen, laptop en leesboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4

Op tafel:
Map/schrift, pen, laptop en leesboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
  • Wat is literatuur?
  • Leesboek De wandelaar
Vandaag woensdag 9 oktober:

Slide 2 - Diapositive

Eerdere begrippen
Lectuur:
- simpele verhaallijn
- voorspelbaar patroon (clichés)
- oppervlakkige personages

Literatuur
- diepgang
- verrassend/uniek
- personages uitgewerkt tot karakter
- ruimte voor interpretatie
- kritische houding

Slide 3 - Diapositive

Begrippen:

  • Perspectief 
  • Tijd 
  • Ruimte
  • Genre
  • Motieven
  • Thema
Eerdere begrippen

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen deze les
  1. Ik weet wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen fictie en werkelijkheid.
  2. Ik ken kenmerken van literatuur.  


Slide 5 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Schrijf in je schrift: 

Wat is literatuur voor jou?
timer
1:30

Slide 6 - Diapositive

Wat is literatuur voor jou?

Slide 7 - Carte mentale

Wat is dan de literatuurlijst?

Slide 8 - Diapositive

Literatuur =
Letterenkunst
De kunst van het lezen en schrijven

(Aldus De Dikke Van Dale, 2015)
Maar weet je het nu? 


Slide 9 - Diapositive

In literatuur draait alles om betekenis
  • Een zakelijke tekst moet éénduidig zijn, burgerlijk wetboek van strafrecht laat niets aan fantasie over...
  • Een literaire tekst heeft net zo veel betekenissen als lezers (meerduidig!), veel wordt aan jouw fantasie overgelaten.
  • Jouw (lees)ervaring, kennis en (lees)vaardigheid zijn van belang.
  • Een tekst heeft net zo veel betekenissen als het aantal lezers dat die tekst heeft.
  • Maar: niet elke interpretatie is per definitie juist.
  • Door uitwisseling: door te praten, kun je de betekenis die je zelf hebt verbreden, verdiepen of je kan op heel andere ideeën gebracht worden.

Slide 10 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Leesboek De wandelaar

Uitwisseling: door te praten, kun je de betekenis die je zelf hebt, verbreden, verdiepen of je kan op heel andere ideeën gebracht worden.

Slide 11 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Leesboek De wandelaar
Schrijf de antwoorden van de vragen in je schrift. 

  1. Wie is de hoofdpersoon van dit verhaal? 
  2. In welk perspectief staat dit verhaal? En hoe zie je dit?
  3. Geef drie genres die relevant kunnen zijn voor dit boek. 
  4. Wat is de rol van de hond in het verhaal? 

timer
7:00

Slide 12 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Leesboek De wandelaar
Schrijf de antwoorden van de vragen in je schrift. 

1. Wie is de hoofdpersoon van dit verhaal? 
  • Meneer Mulder / meneer Martin

2. In welk perspectief staat dit verhaal? En hoe zie je dit?
  • Personaal perspectief: 
  • ISK Pg 5: "Mulder wandelt door zijn eigen buurt in Parijs."
  • Pg 11: "Mulder verlaat zijn huis in een houtje-touwtjejas." 


Slide 13 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Leesboek De wandelaar
Schrijf de antwoorden van de vragen in je schrift. 

3. Geef drie genres die relevant kunnen zijn voor dit boek. 
  • sociaal/politiek
  • biografie
  • psychologisch
4. Wat is de rol van de hond in het verhaal? 
  • Wordt vervolgd... 

  • Lees verder in je boek. Volgende week woensdag weer verder met bespreken. 

Slide 14 - Diapositive

Schrijvers en dichters
  • Schrijvers: zijn goede en kritische lezers. Er wordt veel geschreven én geschrapt.
  • Schrijver: creëert een fantasiewereld die hij omzet in taal.

Schrijver gaat van een idee naar een (lange) tekst > meerdere pagina's, heel boek. 

  • Dichters: drukken bijzondere of complexe ervaringen uit in poëtische taal.  
  • Een dichter 'verdicht' een ervaring (maakt hem kleiner).
  • Een schrijver creëert een verhaal met een handeling (smeert het uit).

Dichter gaat van een idee naar een (kort) gedicht > zinnen, enkele pagina's.

Slide 15 - Diapositive

11 functies van literatuur
Van elitekunst tot boeken voor alle mensen
Van literaire waarde naar ook literaire functies:
  • persoonlijk: ontspanning, emotieverwerking, kennisvergaring van leven en  wereld, misstanden aan de kaak stellen, antwoord geven op vragen, genieten van stijl en de denkwereld achter het boek.
  • sociaal cultureel: uitbreiding woordenschat, taalgevoel, inzicht cultuur
Deze elf moet je kennen!

Slide 16 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Schrijf in je schrift: 

Wanneer is iets kunst voor jou?
timer
1:30

Slide 17 - Diapositive

Wanneer is iets kunst voor jou?

Slide 18 - Question ouverte

Wanneer wordt taal kunst?
  • voetbal, wetenschap muziek, kleding, foto's en tekst: kunnen allemaal uitingen van cultuur zijn.
  • Als de aandacht van de toeschouwer, luisteraar of lezer wordt gericht op de uitdrukking en schoonheid.
  • We kijken naar twee filmpjes. Denk na over de vraag 'Is dit kunst'? 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Communiceren doe je samen 2
Steek je hand op: 

Voor wie is dit kunst? 

Slide 21 - Diapositive

Is dit kunst?
Ja!
Nee!
Een beetje, moeilijk uit te leggen.
Ik weet niet zo goed waar ik naar kijk.

Slide 22 - Sondage

Slide 23 - Vidéo

Communiceren doe je samen 2
Steek je hand op: 

Voor wie is dit kunst? 

Slide 24 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Schrijf in je schrift: 

Wanneer is iets kunst voor jou?


timer
1:30

Slide 25 - Diapositive

Wanneer is iets kunst voor jou?

Slide 26 - Question ouverte

Literatuur
  • Lezen van een literaire tekst, een roman of gedicht vraagt om een andere manier van lezen dan het lezen van een zakelijke tekst.
  • Een literaire tekst wordt ook anders geschreven dan een zakelijke tekst.

Slide 27 - Diapositive

Hemingway, 
Amerikaanse schrijver (1899-1961), schreef een kort verhaal van 5 woorden.

Slide 28 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Hemingway schreef een kort verhaal:

"Te koop: babyschoentjes, nooit gedragen."

Schrijf in je schrift: 
Is dit een zakelijke boodschap? Waarom wel of niet? 

timer
1:30

Slide 29 - Diapositive

Hemingway schreef een kort verhaal:
"Te koop: babyschoentjes, nooit gedragen."
Is dit een zakelijke boodschap? Waarom wel of niet?

Slide 30 - Question ouverte

Hemingway
Amerikaanse schrijver (1899-1961), schreef een kort verhaal:



"Te koop: babyschoentjes, nooit gedragen."
  • Geen zakelijke boodschap, maar een literair verhaal

Slide 31 - Diapositive

Functies van literatuur 
1) ontspannen of erin wegdromen;
2) troost vinden;
3) kennis uitbreiden over het leven en de wereld;
4) misstanden aan de kaak stellen;
5) anderen leren begrijpen;
6) antwoord geven over morele kwesties en levensvragen;
7) genieten van de stijl;
8) verdiepen in de wereld achter het boek;
9) uitbreiden van de woordenschat, ontwikkelen van taalgevoel;
10) vergroten van de taalvaardigheid;
11) inzicht krijgen in de cultuur
Koppel de 3 functies van het onderwijs aan de 
11 functies van literatuur.
timer
6:00

Slide 32 - Diapositive

Pak je oefenboek erbij.

Pg. 134
Opdracht 1 en 5
timer
10:00

Slide 33 - Diapositive

Antwoorden opdracht 1
b. Renate Dorrestein noemt ook ‘jezelf leren te begrijpen’ als functie van literatuur. 

Slide 34 - Diapositive

Antwoorden opdracht 5

Slide 35 - Diapositive

Schrijvers zijn geen dichters
Een dichter 'verdicht' een ervaring (maakt hem kleiner).
Een schrijver creëert een verhaal met een handeling (smeert het uit).

Slide 36 - Diapositive

Leg uit wat meerduidigheid is door een situatie te beschrijven

Slide 37 - Question ouverte

Begrippen uit deze les
Literatuur
Lectuur
Literaire tekst
Zakelijke tekst

Slide 38 - Diapositive