schoonmaakmiddelen

vandaag
  • opdracht bespreken + werking van zeep (10 min)

  • schoonmaakmiddelen + practicum (5.2)   (20 min)

  •  oefenen herkansing / zelfstandig werken 5.2 (15 min)
  • uitleg herkansing
nodig:
aantekeningenschrift + boek
 telefoon/laptop
tassen & jassen in rek


1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

vandaag
  • opdracht bespreken + werking van zeep (10 min)

  • schoonmaakmiddelen + practicum (5.2)   (20 min)

  •  oefenen herkansing / zelfstandig werken 5.2 (15 min)
  • uitleg herkansing
nodig:
aantekeningenschrift + boek
 telefoon/laptop
tassen & jassen in rek


Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
  • hydrofiel en hydrofoob (5.1)
  • micel (5.1)
  • zuur en base (pH) (5.2)
  • indicator (5.2)

  • oefenen herkansing: aanpak opgave rv

Slide 2 - Diapositive

Werking Zeep
Zeepmolecuul: kop (hydrofiel) + staart (hydrofoob)
hydrofiel = houdt van water
hydrofoob = houdt niet van water
Werking zeep
Zeepmolecuul: kop (hydrofiel) + staart (hydrofoob)

hydrofiel = waterminnend
hydrofoob = houdt niet van water

Slide 3 - Diapositive

Werking zeep
Soort zoekt soort!
Hydrofobe staart bij het 
hydrofobe vet 
Hydrofiele kop bij het 
hydrofiele water

Micel

Slide 4 - Diapositive

Is het materiaal van deze regenjas
gemaakt van een hydrofiel materiaal
of van een hydrofoob materiaal
A
Hydrofiel materiaal
B
hydrofoob materiaal

Slide 5 - Quiz

Welke stoffen zijn hydrofoob
A
olie
B
vet
C
water
D
alcohol

Slide 6 - Quiz

Hoe heet een vetbolletje dat omringt is door zeepmoleculen zodat het geheel oplosbaar wordt?
A
gal
B
hydrofoob
C
micel
D
crème

Slide 7 - Quiz

De hardheid van water druk je uit in Duitse Hardheidsgraden (DH)

Hard water
  • water met hoge concentratie opgeloste mineralen (vaak Ca of Mg zouten). 
  • geeft kalkaanslag op verwarmingselementen   


Slide 8 - Diapositive

Zuurgraad
Denk eens aan een zuur matje, of aan de smaak van citroen. Als je hier aan denkt, vertrekt je mond bijna van de smaak. 
Zuur kun je je heel goed voorstellen. 

Slide 9 - Diapositive

Basisch
Een basische smaak is moeilijk voor te stellen. 
Broccoli is een groente met een basische smaak. 

Maar een simpeler voorbeeld is vaak zeep. 

Slide 10 - Diapositive

pH
- pH geeft de zuurtegraad van een oplsossing aan
- pH schaal van 0 tot 14.

 zuur                                   neutraal                              basisch

Slide 11 - Diapositive

pH waarden lichaam

Slide 12 - Diapositive

pH meten:
Met pH papier
Of indicator

Slide 13 - Diapositive

risico's schoonmaakmiddelen
GHS  symbolen 
(Globally Harmonised System)

H-zinnen (hazard)
  - Gezondheidsgevaren

P-zinnen (precaution)
- Voorzorgsmaatregelen

Slide 14 - Diapositive

practicum 4: pH schoonmaakmiddelen

onderzoeksvraag
  1. Wat is de pH van een schoonmaakmiddel? 
  2. Wat is het effect van pH op calciumcarbonaat (krijt)?
:
uitvoering (boek blz 113):
  1. Breng met roerstaaf een druppel van elk middel op klein strookje pH-papier. Vergelijk de ontstane kleur met de kleurschaal en lees de pH af. Noteer meteen de waarde in kolom 2
  2. Voeg 1-2 druppels indicator toe. Noteer van elk middel de kleur en de pH in de derde kolom.







3. Voeg een spatelpunt calciumcarbonaat  toe aan een reageerbuis en noteer je waarneming in kolom 4
4 Noteer van iedere stof of het zuur, base of neutraal is gebaseerd op je waarnemingen. 




timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

pH: wat meet je?
  • "Zuurgraad" meten we in pH
  • Het geldt alleen voor waterige oplossingen


  • Onder de pH7: zuur
  • Boven de pH7: basisch
  • Precies pH7: neutraal

Slide 16 - Diapositive

keuze
oefenen herkansing: opgave 18 proefwerkopgave bespreken

of
zelfstandig in stilte bestuderen paragraaf 5.2 en maken opgaven (is ook huiswerk)

Slide 17 - Diapositive

Dimethylhydrazine,                   , is een brandstof voor raketten. Deze stof reageert explosief met de vloeistof,         . Na samenvoegen van beide stoffen ontstaan drie reactieproducten: stikstof, water en koolstofdioxide. (Oefentoets opgave 18, boek blz 81). 
Geef de reactievergelijking van deze reactie. 

N2C2H8(l)
N2O4

Slide 18 - Diapositive

leerdoelen
  • hydrofiel en hydrofoob (5.1)
  • micel (5.1)
  • zuur en base (pH) (5.2)
  • indicator (5.2)
  • oefenen herkansing: aanpak opgave rv

huiswerk: bestudeer 5.2 en maak opgaven

Slide 19 - Diapositive

GHS -
symbolen

Slide 20 - Diapositive

de pH...
A
is hoog in een zure oplossing
B
is hoog in een basische oplossing
C
is <7 in een zure oplossing
D
is >7 bij een zure oplossing

Slide 21 - Quiz

Bij het meten van de pH kleurt het universele pH papier blauw.
Welke pH heeft de stof ongeveer?
A
1
B
5
C
7
D
14

Slide 22 - Quiz

Gootsteenontstopper is agressiever dan groene zeep (base). De pH van gootsteenontstopper is
A
groter dan groene zeep
B
kleiner dan groene zeep
C
3
D
kun je niet zeggen

Slide 23 - Quiz

leerdoelen
  • hard en zacht water
  • zuur en base (pH)
  • indicator
  • veiligheidsymbolen (GHS)

na de vakantie:
  • huiswerk leren en maken 5.2.
  • practicum (thuis en op school)


Slide 24 - Diapositive

Fijne vakantie

Slide 25 - Diapositive