h4 + h5 diagnostische toets

Oefentoets hfd 4 + 5 
'een eigen bedrijf'


Pak een schrift, pen, rekenmachine

LET OP: deze oefentoets heeft veel meerkeuze vragen, de toets van volgende week heeft vooral open vragen.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets hfd 4 + 5 
'een eigen bedrijf'


Pak een schrift, pen, rekenmachine

LET OP: deze oefentoets heeft veel meerkeuze vragen, de toets van volgende week heeft vooral open vragen.

Slide 1 - Diapositive

Noem een kans (SWOT-analyse) voor het bedrijf Nike
A
Nike heeft een sterk logo
B
In deze lockdown sporten mensen meer
C
Nike produceert in lage lonen landen
D
Nike heeft een slecht imago door kinderarbeid

Slide 2 - Quiz

Hoe bereken je de afzet?
A
prijs x omzet
B
inkoop x brutowinst
C
omzet gedeeld door prijs
D
brutowinst gedeeld door prijs

Slide 3 - Quiz

Welke 4p's behoren tot de marketingmix?
A
promotie, product, personeel, prijs
B
prijs, promotie, product, proces
C
prijs, product, promotie en plaats
D
promotie, plaats, product en personeel

Slide 4 - Quiz

alle verkoop verhogende activiteiten die een onderneming doet om zijn afzet te verhogen valt onder..
A
prijs
B
product
C
promotie
D
plaats

Slide 5 - Quiz

de brutowinst bereken je door..
A
omzet- nettowinst
B
omzet- inkoopwaarde
C
prijs x afzet
D
bedrijfskosten- nettowinst

Slide 6 - Quiz

Piet draaide vorige maand een omzet van € 2250. Deze maand is de omzet € 2000.

Hoeveel procent minder verdient Piet deze maand?
A
- 11,1%
B
-12,5%
C
250 euro
D
88%

Slide 7 - Quiz

Henk koopt een scooter van €5.000,-. Hij verkoopt hem 3 jaar later voor €3.000. Wat is de afschrijving?

Slide 8 - Question ouverte

Je koopt een bedrijfswagen van 10.000 euro. Deze schrijf je over 5 jaar af. Wat is de jaarlijkse afschrijving?

Slide 9 - Question ouverte

Jan verkoopt 30 blikjes cola voor €2 per stuk. Zijn bedrijfskosten zijn €10 en de nettowinst €5.

Hoeveel was de inkoopwaarde per blikje?
A
45 euro
B
15 euro
C
0,50
D
1,50

Slide 10 - Quiz