Ruilen over tijd afronding H1 Havo 4

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Afronden katern 4: Ruilen over de tijd

H1: Ruilen over de tijd

H2: De overheid ruilt over de tijd

Afronden hoofdstuk 1

quiz Hoofdstuk 1: ruilen over de tijd

1.1 Adviseer je aan overheden van arme landen om te investeren in menselijk kapitaal? Geef in je antwoord de betekenis van "menselijk kapitaal" en van "verdiencapaciteit".

1.1 In welke twee categorieën kun je je "financiële situatie" opdelen? Geef per categorie 3 voorbeelden.

1.1 Wat is het verschil tussen "levensloop" en "levensfase"?

1.1 Wat heeft geld sparen op een bank te maken met rente?

1.2 Als je een langere looptijd hebt voor je lening (dus je leent bv. 30 jaar ipv 5), is de rente dan hoger of lager en waarom?

1.2 Als er een hoge inflatie is, verhogen of verlagen banken dan de rente en waarom?

1.2 Als je een onderpand hebt (een hypothecaire lening) vragen banken dan een hogere of lagere rente dan bij een consumptief krediet?

1.3 Wat is de formule om de reële rente te berekenen? (p. 27 boek)

1.3 Als er inflatie is (dus de prijzen stijgen), gaat de waarde van je geld dan omhoog of omlaag?

1.3 Stel jij leent geld om een scooter te kopen tegen een rentepercentage van van 1,5%. De inflatie in hetzelfde jaar is 2%. Gaat de waarde van je leenrente dan omhoog of omlaag?

1.3 Als de inflatie hoger ligt dan de te ontvangen spaarrente, is het dan verstandiger om te lenen of om te sparen?